2e Luchtvaartregiment
mogelijk achtte een startbaan op het reeds gedeeltelijk omgeploegde landingster
rein vrij te maken, vernielden1 zij het gerepareerde vliegtuig en vertrokken per auto
naar De Zilk.
Teneinde vooral het technisch personeel de nodige rust te gunnen, verzocht de
C.-2 Lv.R. aan de C.V. te willen bewerken dat aan de onderdelen van 2 Lv.R.
voorlopig geen vliegopdrachten meer zouden worden verstrekt. Aan dit verzoek
werd voldaan en de Ie Verk.Gr. heeft de dag daarop dan ook geen vliegopdrachten
ontvangen. Op 14 mei 1940 kreeg de G.-Ie Verk.Gr. hierdoor gelegenheid zijn
groep op de juiste wijze op te stellen en de verdediging van het vliegpark te orga
niseren.
Door het personeel van de groep werden drie lt.mitr. opstellingen gemaakt en be
zet gehouden, waarbij enig personeel van de 10e Dep.Comp.Bew.Tr. de behulp
zame hand bood2.
Omstreeks 14.00 landde de C V, no. 652 van de vliegschool Haamstede, die door de
C.-IVe Verk.Gr. op last van de C.-2 Lv.R. via het vliegpark Ruigenhoek naar
De Zilk was gestuurd.
Hoewel de G.-Ie Verk.Gr. op 14 mei geen opdrachten voor operationele vluchten
ontving, heeft hij die dag meermalen getracht verbinding te krijgen met de C.-
IV L.K. aan wie zijn Verk.Gr. tactisch was toegevoegd. Dit is hem niet gelukt, om
dat hij niet wist waar deze commandant - na de terugtocht op het Oostfront van de
Vesting Holland - zijn stafkwartier had gevestigd.
Omstreeks 19.00 ontving majoor Van der Zanden van de C.-Lvd. bericht van het
neerleggen der wapens, welk bericht vergezeld ging van de opdracht de archieven,
de vliegtuigen en het overige materieel te verbranden. Ter uitvoering van deze
opdracht, liet de C.-Ie Verk.Gr. de vliegtuigen bijeen opstellen, de bommen en de
mitrailleurmunitie verwijderen en gaten slaan in de benzinetanks, waarna de
vliegtuigen in brand werden gestoken. Vervolgens verzamelde hij alle officieren en
onderofficieren van de verkenningsgroep en stelde hun de vraag, wie bereid was de
strijd voort te zetten van Engeland uit. Zij die dit wensten, zouden worden overge
bracht met een Britse torpedojager, die daartoe in de haven van IJmuiden zou
binnenlopen. Allen verklaarden zich bereid door te vechten, doch de Britse torpe
dojager verscheen niet in IJmuiden3.
1 Of hun handelingen op Hilversum voortkwamen uit persoonlijk initiatief of opdracht waren van
C.-2 Lv.R., kon niet meer worden nagegaan.
2 Bij aankomst van de verkenningsgroep bestond de bewaking van het versperde hulpvliegveld
uit één groep van deze bewakingscompagnie.
3 Op grond van welke bevelen of aanwijzingen de C.-Ie Verk.Gr. deze oproep deed, kon niet meer
worden achterhaald.
330