2e Luchtvaartregiment De volgende morgen werden de grendels van de geweren, de sloten van de mitrail leurs, de pistolen en voorts alle munitie in een nabijgelegen vaart geworpen. Wat was er intussen voorgevallen bij de op het vliegpark Hilversum achtergelaten 6e Comp.Bew.Tr.? De compagnie beschikte niet over keukenpersoneel, noch over een keukenwagen. Het personeel werd namelijk gevoed en verpleegd door de verkenningsgroep. Hier aan kwam een einde door het vertrek van deze groep naar Middenmeer. Luitenant Oudshoorn zag zich toen geplaatst voor de schier onoplosbare vraag, hoe hij de levensmiddelenvoorziening moest regelen en hoe de dagelijkse maaltijden moesten worden bereid. Doch ziet, zonder geluk vaart niemand welDe geneesheer-direc teur van het nabijgelegen sanatorium 'Zonnestraal' vervoegde zich bij de G.G. en deelde hem mede, dat het verplegend personeel en alle patiënten onverwijld naar Zand voort moesten worden geëvacueerd. Hij stelde hem zijn keuken en een wel- ziene provisiekamer ter beschikking, waarin o.m. vierhonderd krentenbroden voor de a.s. Pinksterdagen waren opgeslagen. Dit aanbod werd vanzelfsprekend met beide handen aangenomen. Een van de soldaten der compagnie bleek in het bur gerleven chef-kok te zijn van een gerenommeerd hotel in 's-Gravenhage. Hij werd belast met de bereiding van de dagelijkse maaltijden, waarvoor hem twee hulpjes werden toegevoegd. Om te voorzien in de noodzakelijke dagelijkse kleine vervoeren werd een vrachtauto gevorderd. De bewaking van de toegangswegen naar het vliegpark, tot dusverre verzorgd door personeel van de verkenningsgroep, werd nu opgedragen aan de piketgroep. Nadat het laatste vliegtuig was vertrokken, liet de G.C. de startbaan versperren. Voor het overige bleef het personeel van de compagnie zijn dienst verrichten, zo als deze tot nu toe was geregeld, nl. i ƒ3 wacht, 1 ƒ3 piket en 1 ƒ3 rust. Hoewel de vijand op de volgende dagen het vliegpark niet meer aanviel en de com pagnie dus geen last had van vijandelijke activiteit, bleef de geruchtenstroom echter hardnekkig aanhouden. Gelukkig hield luitenant Oudshoorn het hoofd koel, doch dit sloot niet uit dat hij toch vaak verplicht was te reageren op positief lijkende be richten omtrent gelande valschermtroepen. Op grond van een dergelijk bericht ontstond kort na 1 o mei in het bedekte terrein ten noorden van het vliegpark een vuurgevecht tussen eigen troepen. Gelukkig kon het vuren spoedig worden gestaakt en vielen er geen slachtoffers te betreuren. Op maandag 13 mei vernam de C.C. dat de bevolking van het nabijgelegen dorp Loosdrecht in de vroege morgen van 14 mei zou worden geëvacueerd. Aan deze evacuatie zou de afvoer van het vee voorafgaan. Het personeel, dat hiermede was belast, werd door de eigenaars van het vee echter aangezien voor dieven en N.S.B.- ers en ook als zodanig uitgekreten. Een en ander zou waarschijnlijk op moord en doodslag zijn uitgelopen, indien de C.C. zich niet in deze zaak had gemengd. Hij hield een juist passerende militaire vrachtauto aan, die beladen was met gearres- 331

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 345