2e Luchtvaartregiment teerde N.S.B.'ers en stuurde - ter voorkoming van verdere moeilijkheden - 'zijn N.S.B.ers' ook maar met deze auto mee. Ook hier - evenals elders - dus onrust en opgewondenheid als gevolg van wilde geruchten en niet te controleren berichten. Om 18.00 kreeg de G.C. van een officier van het St.K. van IV L.K. - namens de G.-IV L.K. - telefonisch de opdracht om het vliegpark te vernielen. Onmiddellijk zond hij een bericht naar de boer, met wie enige maanden tevoren de overeenkomst was aangegaan, dat hij op eerste aanzegging het landingsterrein met zijn motor- ploeg zou omploegen. Bovendien zette hij ook nog een aantal boeren met paarden- ploegen aan het werk om de onbruikbaarmaking te bespoedigen. Omstreeks middernacht begaf hij zich ter ruste, doch reeds tegen 3.00 werd hij op geschrikt door het geluid van in westelijke richting voorbijtrekkende artillerieco lonnes. Omstreeks 5.00 ontwaakte hij opnieuw, doordattwee officieren, die de vorige dag vol ijver een C V hadden hersteld, hem kwamen verzoeken een startbaan vrij te maken op het landingsterrein. Hij antwoordde dat zulks niet meer mogelijk was, daar het terrein voor een belangrijk deel reeds was omgeploegd. De C.C., die nu de slaap niet meer kon vatten, vond het in de wijde omgeving van het vliegpark maar onwezenlijk stil en verlaten. De bevolking was geëvacueerd en er kwamen geen militaire colonnes meer voorbij. De toestand was hem niet duide lijk, omdat hij de betekenis van de gedurende de nacht naar het westen rijdende colonnes niet begreep1. Hij zocht telefonisch contact met het St.K.-IV L.K., doch kreeg geen gehoor. Ook met de militaire centrale in Hilversum kon hij geen verbinding krijgen. Hij belde toen de Garnizoenscommandant van Amsterdam op, die hem verwees naar de Commandant van het VlIIe Depot Bataljon Infanterie te Alkmaar. Toen hij deze aan de lijn kreeg, verwees deze commandant hem op zijn beurt naar zijn naasthogere chef. Doch wie was die chef? Teneinde raad belde hij de Commissaris van Politie te Hilversum op en vernam van deze, dat er de gehele nacht colonnes door Hilversum waren getrokken in de richting Bussum. Hieruit concludeerde hij, dat het IV L.K. in de afgelopen nachthaar stellinggebied moest hebben verlaten en was teruggetrokken op het Oostfront van de Vesting Holland, zodat zijn compagnie op het vliegpark zich tussen de vijand en de nieuwe frontlijn bevond. Hij besloot daarom het vliegpark zo spoedig mogelijk te ontruimen en te trachten zich met zijn compagnie weer aan te sluiten bij de Ie Verk. Gr. Een der soldaten van de compagnie had een vrachtauto gerepareerd, die door vijandelijke beschieting op 10 mei was beschadigd endoor de Ie Verk.Gr. was achter gelaten. Hierdoor beschikte de compagnie nu over twee vrachtauto's. De mitrail leurs, de munitie, de ransels en de bagage werden op deze auto's geladen en vooruit gezonden naar Loenen aan de Vecht. De compagnie volgde op de fiets. Te Loenen gelukte het luitenant Oudshoorn telefonisch verbinding te verkrijgen met de C.- 1 Zoals bekend, trok het Veldleger van 13 op 14 mei terug op het Oostfront van de Vesting Holland. 332

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 346