333
2e Luchtvaartregiment
Ie Verk.Gr. Hij deelde deze mede, dat hij zijn compagnie weer ter beschikking
stelde van de verkenningsgroep. Via Schiphol en dwars door de Haarlemmermeer
bereikte de compagnie omstreeks 17.00 het vliegpark De Zilk.
Hiervoren werd de verdediging van het vliegpark Hilversum, het tekort aan ge
vechtsdekkingen en schuilloopgraven en de onvoldoende staat, waarin de op het
vliegpark aanwezige gevechtsopstellingen verkeerden reeds aan een kritische be
schouwing onderworpen. Daarnaast werd de vraag gesteld, waarom niet enig
technisch personeel tijdelijk ter plaatse bleef om de een of twee herstelbare C V'n,
die bij het vertrek van de verkenningsgroep naar Middenmeer op het vliegpark
Hilversum moesten worden achtergelaten, alsnog te repareren. Voor onze zwakke
luchtstrijdkrachten betekende één gevechtsgereed vliegtuig méér reeds een grote
aanwinst.
Dat de C.-6e Comp.Bew.Tr. op 13 mei geen bevel ontving voor de terugtocht, was
beslist een ernstige fout. Dank zij het initiatief van luitenant Oudshoorn heeft deze
fout gelukkig geen nadelige gevolgen gehad. De officier van het Stafkwartier van
het IV L.K. (het hoofd van sectie I-5), die hem in de namiddag van genoemde dag
opdracht gaf het vliegpark te vernielen, heeft daarbij verzuimd hem tevens omtrent
de terugtocht van het Veldleger in te lichten en hem dienovereenkomstige bevelen
of aanwijzingen te geven.
Ofschoon de verkenningsgroep al de haar opgedragen vliegopdrachten heeft uit
gevoerd, hebben de verplaatsingen op 10 en 13 mei op haar werkzaamheid toch
een nadelige invloed gehad. Dit geldt niet zozeer voor het luchtvarend personeel,
doch wel voor het technisch personeel, dat wegens de verplaatsingen veel extra
werk moest verzetten en practisch geen nachtrust kreeg.
Door velen werd kort na de capitulatie dan ook de vraag gesteld, waarom reeds op
10 mei de verplaatsing naar Middenmeer werd gelast en uitgevoerd en waarom
niet pas op 11 of 12 mei. Naar veler mening had de verkenningsgroep beter recht
streeks van Hilversum kunnen teruggaan op De Zilk en betekende de tussenstap
naar Middenmeer slechts verspilling van tijd en energie.
Achteraf beschouwd, komt men inderdaad tot de conclusie dat een ontruiming van
het vliegpark Hilversum reeds op 10 mei niet nodig is geweest. Dit kon de C.-Lvd.
op die dag echter nog niet weten. Zoals reeds opgemerkt, lag het vliegpark te dicht
achter de Grebbestelling om gevrijwaard te blijven van vijandelijk artillerievuur.
Bovendien bleek uit de in de vroege morgen van 10 mei plaats gehad hebbende
aanval duidelijk, dat de vijand wist dat het vliegpark was bezet, zodat met de mo
gelijkheid van meerdere aanvallen terdege rekening moest worden gehouden. Om
deze redenen achtte de C.-Lvd. het na die eerste vijandelijke aanval dan ook op
dat moment terecht noodzakelijk de verkenningsgroep te verplaatsen. Dat hij
toen tot verplaatsing naar Middenmeer heeft besloten was logisch, omdat de be-