344
2e Luchtvaartregiment
3 De bataljonsreserve
i-III-R.Gr., onder bevel van reserve kapitein Dr. H.W. Talen, was op 10 mei om
2.30 van Ypenburg afgemarcheerd naar de alarmkwartieren, die voor de batal-
jonsreserve waren aangewezen, nadat de compagniescommandant de manschappen
gewezen had op de ernst van de toestand
Om 3.15 bevond zich één sectie in de hoeve 'Loos', één sectie in de hoeve 'Ypen
burg', één sectie in hangar 2 en één sectie in de 'Johannahoeve'. De manschappen
rustten of sliepen gekleed, met de wapens in de onmiddellijke nabijheid. Er waren
posten uitgezet. De commandopost van kapitein Talen bevond zich bij die van
maj oor Ten Haaf, in de kelder van het hoofdgebouw.
Taakoptreden als reserve in de hand van de B.C.; op aanvraag van het scherm
'Delft' dat scherm versterken door de sectie hoeve 'Loos' en op aanvraag van het
scherm 'Hoornbrug', dit versterken door de sectie hoeve 'Ypenburg'. De taak
van de compagnie als bataljonsreserve hield niet in een verdedigend optreden ter
plaatse.
De drie tirailleurcompagnieën die op 10 mei 1940 de kern vormden van respec
tievelijk de binnenverdediging, de buitenverdediging en de bataljonsreserve, waren
niet blijvend daarbij ingedeeld. Gelet op de inhoud van de orders betreffende de
graad van paraatheid, zouden de manschappen in dat geval nimmer rust genieten.
Om die reden traden de drie tirailleurcompagnieën om de 24 uur achtereenvolgens
op als 'bewaking vliegpark' (binnenverdediging), als 'reserve' (bataljonsreserve)
en als 'scherm' (buitenverdediging)Ook de aflossing geschiedde in deze volgorde.
De compagnie 'bewaking vliegpark' bleef van 8.00 tot de volgende morgen 8.00 op
het vliegpark, waarbij van 20.30 tot 3.15 de verhoogde graad van strijdvaardigheid
in acht werd genomen en tijdens de kritieke uren (van 3.15 tot haar aflossing om
8.00) de hoogste graad van strijdvaardigheid. Na de aflossing om 8.00 werd de com
pagnie 'reserve' en hield dan tot de volgende morgen 2.00 verblijf in de daartoe be
stemde rustbarakken op het vliegpark. Gedurende die tijd had het personeel van de
compagnie van 9.00 tot 12.00 verplichte rust, daarna tot 22.00 bewegingsvrijheid
en vervolgens van 22.00 tot 2.00 opnieuw verplichte rust. Daarna werden sectiege-
gewijze de alarmkwartieren bezet, t.w. de hoeve 'Loos', de hoeve 'Ypenburg', de
'Johannahoeve'en hangar 2.
Deed zich in de kritieke uren niets bijzonders voor, dan vertrok de compagnie op
een zodanig tijdstip uit haar alarmkwartieren, dat om 8.00 het 'scherm' afgelost kon
zijn. Als 'scherm' bleef de compagnie dan tot de volgende morgen ter plaatse,
waarna zij - na te zijn afgelost - om 8.00 weer optrad als 'bewaking vliegpark'.
Uit het vorenstaande blijkt dat de tirailleurcompagnieën - ook bij deze indeling -
slechts éénmaal per drie dagen behoorlijk rust kregen.