345
2e Luchtvaartregiment
De aard van de opstellingen
In verband met de hoge grondwaterstand waren alle opstellingen in ophoging
uitgevoerd. De negen zw.mitr. opstellingen bestonden uit een ronde of vierkante
ruimte, die plaats bood aan de bedieningsmanschappen van het stuk. Deze ruimte
was omgeven door een wal van zandzakken ter dikte van ongeveer i m, waarin een
frontaal schietgat was uitgespaard en die van boven was afgedekt met hout en
zandzakken. Deze opstellingen waren op 9 mei juist gereed gekomen.
De twee lt.mitrs. bij hangar 1 stonden bij elkaar in een niet-overdekte loopgraaf. De
lt.mitrs. bij het hoofdgebouw hadden alle een - zij het gebrekkige - overdekte op
stelling. Voor de geweerschutters was hier een lage borstwering gemaakt, doch de
rugweren ontbraken. Er kon derhalve alleen in liggende houding gedekt worden
gevuurd.
De beide secties aan de zuidwestelijke rand van het landingsterrein beschikten elk
over twee overdekte gevechtsopstellingen voor lt.mitrs., gelegen aan de binnenzijde
van de dijk, die daar langs het vliegpark liep. Voor de overige twee lt.mitrs. en
voor de geweerschutters waren in die dijk onoverdekte loopgraven gemaakt. De
zich hier bevindende commandopost van kapitein Moulijn was slechts voorzien van
een horizontale dekking.
De opstellingen waren lineair; onderlinge flankering was niet mogelijk.
De hoeven 'Loos' en 'Ypenburg' en de 'Johannahoeve' waren oorspronkelijk be
stemd geweest als steunpunten voor de buitenverdediging. Naar aanleiding van de
bezwaren, die majoor Ten Haaf daartegen bij het Co.Lvd. had ingebracht, waren
deze steunpunten opgegeven en was de buitenverdediging op grotere afstand van
het vliegpark gekozen, nl. aan de Vliet en aan de noordelijke rand van Delft. De
gevechtsopstellingen in de oorspronkelijke drie steunpunten waren daarna ge
slecht en het aldus vrijgekomen materiaal was gebruikt om de eenvoudige over
dekte mitrailleuropstellingen bij de Schermcompagnie aan de Vliet te maken.
De drie hoeven, alsmede hangar 2, werden toen bestemd voor de legering van de
verspreid opgestelde bataljonsreserve.
Door beschildering had het landingsterrein een verkaveld aanzien gekregen, ter
wijl men met vlechtwerk, camouflagenetten en door beschildering enkele hangars
had gemetamorfoseerd in een grote boerderij met bijgebouwen. Het zo zichtbare
witte hoofdgebouw was met behulp van een groot camouflagenet zo goed mogelijk
gemaskeerd tegen waarneming uit de lucht.
Korte beschouwing over de opstelling van III-R.Gr.
Zoals reeds is vermeld, was 3-III-R.Gr. op 10 mei 1940 - als 'Schermcompagnie'
opgesteld over een front van plm. 2 500 m. Het was dus uitgesloten dat de com-