2e Luchtvaartregiment mandant bij een vijandelijk treffen ook maar enige invloed zou kunnen uitoefenen op de gevechtshandelingen van zijn compagnie. Hetzelfde kan worden gezegd van de sectiecommandanten, die met hun verspreid en lineair opgestelde secties de schermen 'Hoornbrug', 'Broekpolder' en 'Delft' vormden. Omdat hier in wezen slechts twee secties een front van 2 400 m moesten bezetten, werd een wel zeer grote wissel getrokken op de leiderseigenschappen van de groepscommandanten, die bij een vijandelijke actie vrijwel zonder uitzondering op zichzelf zouden zijn aangewezen. Een behoorlijk aaneengesloten vuurfront - ook al waren er een sectie zw.mitrs. en vier lt.rnitrs. extra ingedeeld - kon bij deze op stelling niet worden gerealiseerd. Een vijandelijke doorbraak op slechts een punt in de ijle opstelling zou reeds voldoende zijn om de verdediging van de schermcom- pagnie geheel waardeloos te maken. De schermcompagnie voorzag dus niet in een doelmatige buitenverdediging van het vliegpark en verschafte de troepen, die waren aangewezen voor de binnenverdediging, geen afdoende bescherming in de rug. Bij het organiseren van de vliegparkverdediging is de waarde van de Vliet als hin dernis sterk overschat. Men heeft blijkbaar meer gedacht aan het optreden van kwaadwilligen dan aan een aanval van uitstekend uitgeruste en geoefende val schermtroepen. Voor de buitenverdediging is veel te hoog gegrepen. Men heeft 'alles' willen ver dedigen, waardoor men in feite niets of slechts weinig verdedigde. De manschappen van de vier secties van de bataljonsreserve van 10 mei 1940 (i-III-R.Gr.) hadden zich - zoals hiervoren vermeld - in hun afzonderlijke, ver uiteenliggende alarmkwartieren ter ruste begeven, zulks in strijd met de meerge noemde order van de C.-Lvd., dd. 8 mei 194°) ^ie bepaalde dat de bewakings troepen - dus ook deze bataljonsreserve - van 3.15 af zich in de hoogste graad van strijdvaardigheid moesten bevinden. Daar voorts de alarmkwartieren geen telefo nische verbinding hadden met de commandopost van de compagniescommandant, zou het in geval van een plotselinge vijandelijke aanval vrijwel onmogelijk zijn de compagnie of een deel ervan direct in te zetten. Bovendien was het de sectiecomman danten niet bekend, of zij bij het intreden van de oorlogstoestand al dan niet moesten doorgaan met de uitvoering van de vredesopdracht (aflossing van het scherm om 8.00) Het is dan ook onbegrijpelijk dat de B.C., na de hem namens de C.- 2 Lv.R. ge geven waarschuwing, geen maatregelen heeft genomen, die een onmiddellijke inzet van zijn reserve of een gedeelte daarvan konden waarborgen. De luchtdoelbestrijdingsmiddelen bij het vliegpark Over de luchtdoelbestrijdingsmiddelen die waren opgesteld bij het vliegpark, 348

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 362