2e Luchtvaartregiment
Majoor Ten Haaf hield de C.-Lvd. telefonisch op de hoogte van wat er zich op het
vliegpark afspeelde en zijn meldingen werden steeds verontrustender. Omstreeks
6.25 verzocht hij dringend om munitie-aanvulling en versterking met infanterie.
Om 6.30 berichtte zijn luitenant-adjudant namens hem
'Alle munitie verbrand en verloren. Dringend versterking met in
fanterie en munitie, anders vliegpark verloren. Bovendien staat het ge
bouw in brand. Mogelijkheid bestaat, dat commandopost zal moeten
worden verlaten'.
Om 6.55 meldde majoor Ten Haaf na een persoonlijk uitgevoerde verkenning
aan de C.-Lvd.
'Eigen verkenninghet gehele veld staat vol met Duitse stukgeschoten
vliegtuigen. Volgens aanwezige Nederlandse vliegers is het onmogelijk
dat er verder wordt geland. Thans boven Delft 8 vliegtuigen; colon
ne troepen in helgroene uniformen op de weg. Zal commandopost
moeten verlaten'.
Dit bericht werd door de C.-Lvd., die zelf niet over troepen voor het inzetten van
een tegenactie beschikte, onmiddellijk doorgegeven aan de Commandant van de
Vesting Holland, binnen wiens gezagsgebied het vliegpark was gelegen.
Alvorens de verdere gebeurtenissen te beschrijven, zal eerst worden nagegaan, wat
zich intussen bij de luchtdoelbestrijdingsmiddelen had afgespeeld.
Toen de eerste vijandelijke bommenwerpers omstreeks 4.00 binnen vuurbereik
kwamen van het 60e Pel.Lu.Mitr. (de melding van 4.00 van de luchtwachtpost
Delft luidde: 'vele 2-motorige bommenwerpers op 1 500 m, vliegende Z.W.-N.O.'),
gaf sergeant Stam bevel tot vuuropening. Met de mitrailleurs, die voortdurend
storingen vertoonden, was nog slechts weinig gevuurd en juist op dit moment wei
gerden zij alle vier. In hun onbedrevenheid zagen de manschappen geen kans het
euvel te verhelpen, zodat aanvankelijk geen schot werd gelost. Dank zij het on
middellijk ingrijpen van de twee oudere onderofficieren, de sergeanten Stam en
De Bruyn, die enkele voorzieningen troffen, gelukte het drie mitrailleurs schiet-
vaardig te krijgen. De vierde mitrailleur bleef onbruikbaar.
Met deze drie wapens werd een krachtig vuur onderhouden op de overvliegende
bommenwerpers, totdat het bombardement omstreeks 4.45 was afgelopen.
Kort daarop bestookten Duitse jachtvliegtuigen de pelotonsopstelling met hun
boordwapens, waartegen de 'kuilen' echter een uitstekende dekking boden. Niet
temin werd de dienstplichtig soldaat H. van Galen, schutter van een der vurende
mitrailleurs, in schouder en linkerarm gewond. Ook zijn wapen werd op een vitaal
punt geraakt en bleek niet meer te gebruiken. Van de reeds onbruikbare vierde
362