373
2e Luchtvaartregiment
van het landingsterrein opgestelde Nederlandse troepen in hun stellingen gebleven.
Kapitein Moulijn had de nadering van de vijand langs de rijksweg wel waarge
nomen, doch oordeelde het niet mogelijk zijn troepen daartegen in te zetten,
omdat zij daartoe hun dekkingen hadden moeten verlaten, terwijl bovendien het
merendeel der lt. mitrs. defect was. Daarbij kwam nog, dat zij in de rug werden be
schoten. Hij begaf zich met een ordonnans in de richting van het hoofdgebouw met
de bedoeling de hulp in te roepen van de bezetting van de noordwestelijke rand.
Toen hij echter de hakenkruisvlag zag en mitrailleurvuur ontving, keerde hij haas
tig naar zijn commandopost terug.
Kort daarna grepen de Duitsers uit de richting van het hoofdgebouw de aan de
zuidwestelijke rand gelegen opstelling aan. Zij omsingelden achtereenvolgens de
verschillende gevechtsopstellingen en dwongen de verdedigers - onder bedreiging
met handgranaten en automatische pistolen tot overgave. De gevangenen werden
daarop afgevoerd naar de gebouwen bij de hoofdingang.
Het is merkwaardig, dat de gebeurtenissen in en om het hoofdgebouw aanvankelijk
niet werden opgemerkt door de nog overgebleven verdedigers van de noordweste
lijke rand.
Even voor 7.15 vertrok de plv. C.-M.C., luitenant Warnaars, op last van zijn com
mandant naar de commandopost van majoor Ten Haaf, teneinde verslag uit te
brengen omtrent de toestand. Toen hij tot de ontdekking kwam, dat de commando
post door de Duitsers was bezet, keerde hij haastig terug en nam mèt de luitenant
commandant van de pantserwagens, enig luchtvaarttechnisch personeel (onder
bevel van sergeant-vliegtuigmaker J. Barendregt) en een aantal huzaren een op
stelling in ter hoogte van de noordelijke kantine, met front zuidwest. Even later
naderde een kleine afdeling Duitsers, voorafgegaan door een aantal Nederlandse
krijgsgevangenen, waarbij zich ook kapitein Talen bevond. Zeer tot verrassing
van de vijand werd door het kleine groepje mannen onverwachts het vuur geopend,
waardoor enige Duitsers en krijgsgevangenen werden getroffen. In de ontstane ver
warring wist kapitein Talen - hoewel licht gewond - te ontsnappen en via de hoeve
'Ypenburg' de Hoornbrug te bereiken.
Het energieke optreden van dit kleine groepje Nederlandse militairen had tot ge
volg, dat de vijand voorlopig niet verder in deze richting oprukte, zodat een groot
deel van de noordwestelijke rand van het vliegpark in Nederlandse handen bleef.
Enige militairen van het 59e Pel.Lu.Mitr. en het personeel van de motormitrail-
leurgroep hadden een hevig vuur geopend op de valschermtroepen aan de noord
en aan de noordoostzijde van het vliegpark. Zij werden hierbij krachtig gesteund
door een van de zware mitrailleurs van de M.C. De vijand slaagde er daardoor
niet in aan deze zijde naar het vliegpark op te rukken.
Omstreeks 8.00 gaven ongeveer 15 Duitse vliegers zich hier over; zij werden op
last van de C.-5ge Pel.Lu.Mitr., reserve eerste-luitenant H.P. Heshusius, afgevoerd