Verantwoording en bibliografie
Medio 1954 gaf de toenmalige Chef van de Luchtmachtstaf, luitenant-generaal
A. Baretta, aan kolonel F.J. Molenaar opdracht de geschiedenis van de Koninklijke
Luchtmacht op schrift te stellen. Teneinde deze opdracht zo goed mogelijk te
kunnen verrichten, werd kolonel Molenaar - na verkregen consent van de Chef van
de Generale Staf- met ingang van i oktober 1954 geplaatst bij de Krijgsgeschied
kundige Afdeling van de Generale Staf (thans Sectie Krijgsgeschiedenis HKKL),
waar men de beschikking had over alle vooroorlogse militaire archieven en waar
men kon bogen op een jarenlange ervaring.
In overleg met het toenmalige hoofd van deze afdeling, wijlen kolonel O. Siersema,
besloot kolonel Molenaar allereerst de geschiedenis van de Nederlandse luchtver
dediging in mei 1940 te schrijven, waardoor hij niet alleen genoemde afdeling in
staat stelde haar serie stafwerken over de strijd van de Koninklijke Landmacht in
de tweede wereldoorlog aan te vullen, maar ook geheel bleef binnen het raam van
de hem verstrekte opdracht
Het Commando Luchtverdediging, dat het leeuwenaandeel heeft gehad van de in
dit boek beschreven strijd, was destijds een deel van de Koninklijke Landmacht. Het
omvatte alle operationele luchtverdedigingsorganen, dus ook de operationele
onderdelen van de Militaire Luchtvaart, die thans tot de Koninklijke Lucht
macht behoren.
Om deze redenen wordt dit boek niet alleen uitgegeven als deel 2 van hoofddeel I
van de door de Sectie Krijgsgeschiedenis Koninklijke Luchtmacht (thans Sectie
Luchtmacht Historie) opgezette serie stafwerken (in blauwe band)De geschiedenis
van de Koninklijke Luchtmacht', maar ook als deel 7 van hoofddeel III van de door de
Sectie Krijgsgeschiedenis van de Generale Staf samengestelde serie stafwerken
(in groene band)'De strijd op nederlands grondgebied tijdens Wereldoorlog II'
24