379 2e Luchtvaartregiment stoven uiteen en zochten aanvankelijk dekking in verlaten gevechtsopstellingen en in bomkraters, vanwaar zij later - via de hoeve 'Ypenburg' - verder trokken naar de Hoornbrug. Een ander gevolg van het uitwerkingsvuur was, dat het restaurant in het hoofdgebouw, dat zich pal boven de hoofden van de in de kelder van dit ge bouw opgesloten krijgsgevangenen bevond, in brand raakte. Toen een Duitse sol daat dit bekend maakte, ontstond er grote onrust onder de Duitsers, die de kelder en het gebouw bewaakten. Kapitein Moulijn, die zich bij deze groep krijgsgevan genen bevond, besloot van de ontstane onrust gebruik te maken en verliet met toestemming van majoor Ten Haaf - de kelder door een zijuitgang. Hij werd spoedig gevolgd door de andere gevangenen en door de bewakers. Majoor Ten Haaf bleef achter, omdat hij - met behulp van het in de kelder aanwezige militaire telefoontoestel - eerst nog wilde proberen zich in verbinding te stellen met de G.-Lvd. Toen hij geen verbinding kon krijgen, verliet hij eveneens de kelder en bereikte via 's-Gravenmade de Hoornbrug, waar hij de C.-II-R.Gr. inlichtte om trent de toestand op het vliegpark. Vervolgens begaf hij zich naar de C.-Lvd., bij wie hij eveneens verslag uitbracht. Hij kreeg toen opdracht om de resten van zijn bataljon te verzamelen in twee scholen in het Bezuidenhoutkwartier. Kapitein Moulijn slaagde erin met degenen, die hem vergezelden, de hoeve 'Loos' te bereiken. Hij had verwacht hier een sectie van de bataljonsreserve aan te treffen, maar vond er alleen enige gewonden en een achtergelaten mitrailleur. Hoewel de hoeve zowel onder eigen als onder vijandelijk vuur lag, werden de gewonden be handeld door een van de officieren (een semi-arts) en een hospitaalsoldaat, terwijl de overigen dekking zochten in de kelder. Hier voorzagen de ex-krijgsgevangenen zich weer van wapens en munitie. Juist toen een vijandelijke afdeling de hoeve trachtte te bezetten, kwam deze onder eigen mortier- en artillerievuur te liggen. De Duitsers trokken toen weer terug. Wegens munitiegebrek gaf een Duits officier zich kort daarna met zijn afdeling over en verzocht kapitein Moulijn om hem met zijn manschappen uit de vuurlinie te brengen. De rollen waren nu omgekeerd. Door een kleine groep Nederlanders bewaakt, werden de Duitsers - voorzien van enige witte doeken - naar de weg ge leid. Daar gaven nog meer Duitsers, komende uit de richting van het vliegpark, zich over. Onder hen bevond zich ook hun commandant. En zo marcheerden de Nederlanders - onder meevoering van meer dan 200 krijgsgevangenen - naar de Hoornbrug. De dappere verdedigers, onder leiding van luitenant Warnaars, hadden hun op stellingen bezet gehouden. Nu en dan vuurden zij op de vijand, die in hun richting wilde opdringen. Omdat er vuur werd ontvangen uit de richting van het hoofdge bouw, moesten de ingangen der gevechtsdekking met zandzakken worden afge sloten. Het bombardement van drie Fokker-C V'nvande Ille Verk.Gr., dat plaats vond omstreeks 12.50, werd door de verdedigers niet opgemerkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 395