2e Luchtvaartregiment Kort na de beëindiging van de inleidende beschieting door II-2 R.A. gaf de aan komst van een sectie oprukkende Nederlandse troepen eindelijk enige opluchting. Een lichte mitrailleur kwam in stelling op de rechterflank van het steunpunt, waardoor aan die zijde een betere beveiliging van de opstelling werd verkregen. De commandant van de sectie begaf zich met een patrouille in de richting van het hoofdgebouw, doch trok terug toen hij door een vijandelijke kogel werd getroffen. Inmiddels hadden andere onderdelen het hoofdgebouw bereikt en daar de haken- kruisvlag neergehaald. Maar ook deze actie ontging aan de aandacht van de ver dedigers bij de watermolen. Evenmin bemerkten zij, dat de aanvallende Neder landse troepen kort daarna weer terugtrokken in de richting van de Hoornbrug. Dat laatste geschiedde naar aanleiding van een ontvangen waarschuwing, dat Britse vliegtuigen het vliegpark zouden bombarderen. Inderdaad werd het groepje verdedigers onaangenaam verrast, toen Britse vliegtuigen omstreeks 15.10 hun bommenlast boven het vliegpark afwierpen. Een zware bom sloeg vlak bij het onderkomen van de luitenant in, waardoor dit bijna instortte. Gedurende de rest van de middag werd het vuurgevecht met de nog op het vliegpark aanwezige vij andelijke afdelingen voortgezet, waarbij het opviel, dat de vijand opmerkelijk zuiver schoot. Het nog overgebleven gedeelte van de motormitrailleurgroep van het 2 e peloton trok omstreeks 17.00 terug op de woonbarak van het 59e Pel.Lu.Mitr. en daarna op de hoeve 'Ypenburg'. Tijdens deze terugtocht werd het voortdurend gehinderd door eigen infanterie- vuur en later ook door artillerievuur, dat vermoedelijk op de 'Johannahoeve' was gericht. Kort na het vertrek van bedoelde groep gelastte luitenant Warnaars enige man schappen, die tijdens de artilleriebeschieting van de hangar naar zijn opstelling waren gevlucht, zijn opstelling te verlaten en op eigen gelegenheid terug te gaan, omdat zij door hun vreesachtig optreden een ongunstige invloed uitoefenden op het moreel van zijn troep. Ook de bemanning van pantserwagen 605, die in de loop van de morgen stelling had genomen bij de molen, trok spoedig daarop terug. Omstreeks 19.30 rukten de aanvalstroepen opnieuw op naar het vliegpark, waarbij o.m. een deel van 5-46 Dep.Bat. de opstelling bij de watermolen bereikte, maar deze later weer verliet. Tegen het invallen van de duisternis gaven verschillende groepjes Duitsers - in totaal veertig man - zich aan de luitenant over, waarna zij werden afgevoerd onder geleide van enkele manschappen. Nadat omstreeks 21.30 door de verplegingsofflcier van de Staf Ie Div. een warme maaltijd was opgevoerd en de luitenant aan deze officier had opgegeven, welke versterking hij de volgende morgen nodig achtte om het vliegpark veilig te stellen, ging de nacht in. De bezetting bij de watermolen bestond toen - buiten de luite nant nog uit zes mitraillisten en een klein aantal tirailleurs, dat bovendien nog 38°

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 396