Verantwoording en bibliografie
De Inspecteur der Militaire Luchtvaart en de Directeur van het Luchtvaartbedrijf stonden
rechtstreeks onder de Minister van Defensie en hadden geen enkele gezagsver
houding met de Commandant Luchtverdediging. Op de strijd van de luchtverde
digingsorganen hadden zij geen enkele rechtstreekse invloed, om welke reden de
geschiedenis van hun staven geheel buiten het bestek van dit boek valt.
Dit heeft de auteur echter niet weerhouden de inzet van het personeel van het
Luchtvaartbedrijf te Wassenaar tegen de luchtlandingstroepen, die mede van in
vloed was op de tegenstand van de luchtverdediging als geheel, te memoreren in
hoofdstuk V, sub b.
De lotgevallen van het personeel van het Depot Luchtstrijdkrachten, dat direct
(en indirect) werd ingezet voor de verdediging van Rotterdam tegen de Duitse
luchtlandingstroepen, werden reeds besproken in deel 4 (onderdeel C) van hoofd
deel III van de 'groene landmachtserie': 'De strijd op Nederlands grondgebied
tijdens wereldoorlog II', getiteld:De strijd om Rotterdam (mei 1940)'Inde bewaard
gebleven bescheiden van dit depot kwamen geen gegevens voor, die nog een af
zonderlijke plaats in dit boek opeisten. De auteur is er bovendien niet in geslaagd
voldoende betrouwbare gegevens te verkrijgen, die het reeds gepubliceerde verslag
nog hadden kunnen aanvullen.
Ondanks alle door de auteur aangewende pogingen, bleef het documentatiema
teriaal, betreffende de staf van het Commando Luchtverdediging te bescheiden van
omvang om hier een verantwoorde beschrijving uit te kunnen samenstellen. Niet
ontkend kan worden, dat het achterwege blijven van de geschiedenis van de acti
viteiten van deze staf zal worden gevoeld als een tekort in overzichtelijkheid van
dit boek.
De telex-berichten en telegrammen aan en van de onderdelen der Militaire Lucht
vaart zijn alle bewaard gebleven, zodat de geschiedenis - voor zover het de sectie
luchtvaart betreft - geschreven had kunnen worden. Omdat deze geschiedenis
door het verloren gaan van de overeenkomstige berichten van de sectie luchtdoel
artillerie e.a. te eenzijdig geworden zou zijn, werd zij achterwege gelaten.
De auteur is niettemin van mening, dat toch uit dit boek een goed inzicht kan wor
den verkregen in de leiding, die van de staf van het commando is uitgegaan. De
operatieve bevelen voor de Militaire Luchtvaart werden door de G.-Lvd. recht
streeks aan de afdelingscommandanten gegeven en zijn daarom volledig weerge
geven bij de beschrijving der acties van deze afdelingen, die van deze bevelen het
gevolg waren. Voor het overige komen de activiteiten van de staf, indien zij ver
band hielden met de gang van zaken bij de onderdelen onder het commando,
ter sprake bij de beschrijving van deze onderdelen. Tenslotte zijn alle actie-bevelen
voor de luchtstrijdkrachten opgenomen in de bijlagen, nos. 2 x t/m 32.
Hoewel de drie Vliegscholen ressorteerden onder het Depot Luchtstrijdkrachtendat
niet tot het Commando Luchtverdediging behoorde, hielden de gebeurtenissen bij deze
26