2e Luchtvaartregiment
Aan het einde van de eerste oorlogsdag waren er van de staf van V-2 Lv.R. zeven
man vermist. Drie ervan hebben zich enkele dagen later weer teruggemeld.
Na in de vroege morgen van 11 mei in Loosduinen de toestand te hebben bespro
ken met de C.-I-R.J., begaf de C.-V-2 Lv.R. zich naar de nabij de zuidoostelijke
rand van het hulpvliegveld gelegen boswachterswoning, waar de commandopost
van I-R.G. was gevestigd1. Zijn verzoek het bedekte terrein in de omgeving van
Ockenburg van vijand te zuiveren vond echter geen gehoor bij de beide bataljons
commandanten. De sterkte van de vijand werd geschat op ongeveer 200 man2.
Met zijnluitenant-adjudant begafhij zich vervolgens naar het landingsterrein om de
toestand op te nemen, waarin de daar aanwezige Nederlandse vliegtuigen ver
keerden. Om 6.55 stelde hij de C.-2 Lv.R. telefonisch van zijn bevindingen op de
hoogte. De C.-2 Lv.R. droeg hem op voor het weer vlieg- en gevechtsgereed maken
van de nog bruikbare toestellen contact op te nemen met het Luchtvaartbedrijf,
waartoe luitenant Treffers naar 's-Gravenhage werd gestuurd en later naar Rijs
wijk.
Om 9.45 meldde kapitein Wijnkamp nader, dat er op Ockenburg vier Douglas-8A
3N en twee D XXI vliegtuigen aanwezig waren, alsmede twee onbewapende G I
('Wasp') vliegtuigen3. Bedoelde Douglas en G I ('Wasp') toestellen waren in depot
bij het Luchtvaartbedrijf. De toestellen waren echter licht beschadigd. Verder be
richtte hijdat door personeel van het Luchtvaartbataljon een startbaan zou worden
vrijgemaakt op het met vliegtuigwrakken bezaaide landingsterrein.
Om 10.30 bevestigde de commandant van dit bataljon in een telefonisch bericht
aan de C.-2 Lv.R., dat een begin was gemaakt met het vrijmaken van een startbaan.
Reeds in de vroege morgen van deze 11 e mei was er in Loosduinen een gevaar
lijke situatie ontstaan, doordat de Nederlandse militairen af en toe uit huizen
werden beschoten. Dit deden niet alleen burgers, maar vermoedelijk ook enkele
Duitse militairen, die het dorp waren binnengedrongen. Adjudant-onderofficier
administrateur Van Zwieten, die niets bemerkt had van het vertrek van de offi
cieren, die ook geen bericht voor hem hadden achtergelaten, wendde zich om in
structies tot kapitein Van Swieten van i-I-R.J. Deze droeg hem als oudste aan
wezige het bevel op over het nog aanwezige deel van de staf van V-2-Lv.R., met de
woorden 'Je bent infanterist geweest, neem het bevel op je'. De adjudant-onder
officier voegde zich toen met een aantal manschappen van V-2 Lv.R., w.o. twee
chauffeurs, bij genoemde kapitein en een tiental Jagers. Gezamenlijk werd toen
1 Zie de kaart van Ockenburg.
2 Het zijn er veel meer geweest (Zie hoofdstuk IX).
3 Bedoeld zal zijn vier bruikbare Douglas-toestellen, want in totaal waren er zeven aanwezig, nl. de
nos. 389, 391 en 394 t/m 398.
398