2e Luchtvaartregiment lappen, die de nationaliteitskentekens bedekten een goede aanvulling vormden. De C.-IIIe Verk.Gr. had het gewenst geoordeeld de vliegtuigen te plaatsen in schuin aflopende ingravingen met beklede wanden en verharde bodem, waardoor de kwetsbare motor vrij goed was beveiligd tegen bomscherven. Vanzelfsprekend kostte het daardoor veel tijd om de vliegtuigen uit hun opstellingen naar het lan dingsterrein te rollen. De opstelling van de bewakingscompagnieën Van de beide bewakingscompagnieën was i-II-i R.I. belast met de buitenverde- diging, terwijl de 4e Comp.Bew.Tr. de binnenverdediging van het vliegpark voor haar rekening nam. De commandopost van de C.-1-II-1 R.I. was gevestigd in het 'Jeugdhuis'1 bij de ingang van het vliegpark, aan de weg naar Noordwijkerhout. Ook de C.-4e Comp.Bew.Tr. hield zich hier vaak op, omdat zijn eigen commando post te ver weg was, t.w. in Noordwijkerhout in Hotel v.d. Geest. i-II-i R.I. had tot taak de naar het vliegpark en naar het kantonnement Noord wijkerhout leidende wegen te bewaken en - indien nodig - af te sluiten. Op kaart no. 11 zijn de wegversperringen aangegeven en van dezelfde nummering voorzien als in mei 1940. De versperringen bestonden uit betonnen putringen en 'Friese ruiters' en konden voldoende met vuur worden bestreken. Zij werden dag en nacht bewaakt. De compagnie was echter over een grote oppervlakte verspreid. Voor zover kon worden nagegaan, werden de versperringen nos. 1 t/m 6 bewaakt door één sectie, de nos. 7 en 8 elk door een halve sectie, terwijl de versperringen nos. 9 en 10, alsmede het tussenliggende terrein, werden bewaakt door één sectie, die versterkt was met twee groepen van het detachement luchtvaarttroepen van de Me Verk.Gr. Ten zuiden van het vliegpark bevond zich nog een halve sectie. De andere helft daarvan was als compagniesreserve opgesteld bij de commandopost en moest een ongeregelde patrouillegang onderhouden in het terrein tussen de ver sperringen. Naar aanleiding van een bij deC.-I-R.I. binnengekomen bericht omtrent de aan wezigheid van vijandelijke valschermtroepen in het duinterrein ten noordwesten van het vliegpark, gaf deze het bevel een sectie naar dit terrein uit te sturen, t.w. de2esectievan2-II-i R.I.2. Toen de commandant van deze sectie op de aangegeven plaats geen vijand aan trof, sloot hij zich met zijn sectie aan bij 1 -II-1 R.I. Kapitein Geertsma zag hierin 1 Niet te verwarren met de Jeugdherberg 'De Duinark'. 2 Er heeft vermoedelijk een naamsverwisseling plaats gehad. In de berichten zal waarschijnlijk sprake zijn geweest van het buitenverblijf Ruigenhoek, dat gelegen is in het duinterrein ten noord westen van 's-Gravenhage. 403

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 419