4°5
2e Luchtvaartregiment
vliegtuigen op een verantwoorde en afdoende wijze verspreid waren opgesteld.
Voorts was gezorgd voor de binnen- en de buitenverdediging van het vliegpark.
Het leiden van de buitenverdediging zou kapitein Geertsma, wegens de zeer ver-
spieide opstelling van de compagnie, echter niet gemakkelijk zijn gevallen. Hierbij
kwam nog, dat de sectie, die de toegangswegen naar het kantonnement Noord-
wijkerhout bewaakte, niet kon deelnemen aan de eigenlijke buitenverdediging van
het vliegpark, terwijl de G.C. slechts de beschikking had over een halve sectie als
reserve. De toestand verbeterde, toen in de loop van 10 mei de reeds eerder genoemde
sectie van 2-II-1 R.I. aan de compagniesreserve kon worden toegevoegd.
In de volgende bladzijden zullen de gebeurtenissen, die zich gedurende de vijf
gevechtsdagen bij de Ille Verk.Gr. en op het vliegpark Ruigenhoek voordeden, in
chronologische volgorde worden beschreven.
Op 10 mei ontving de officier van dienst van de Ille Verk.Gr., reserve tweede-
luitenant-waarnemer H.K. van Huizen, die zich in het voor hem bestemde lokaal
van De Duinark' bevond, evenals zijn collega's bij de andere onderdelen van het
2e Lv.R., om 0.45 van de C.-2 Lv.R. het telefonisch bericht, dat de toestand zeer
ernstig was en de uiterste waakzaamheid moest worden betracht. Hij belde majoor
Raland in zijn kwartier op en deelde hem de inhoud van het ontvangen bericht
mee. In tegenstelling tot de Gn. van de Ie, de lie en - zoals hierna zal blijken - de
G.-IVe Verk.Gr., die onmiddellijk hun personeel alarmeerden, reageerde de C.-
Ille Verk.Gr. niet op de door de C.-2 Lv.R. gegeven waarschuwing. Hij nam al
thans geen maatregelen ter verhoging van de paraatheid van het personeel van de
verkenningsgroep.
Zo kon zich dus het merkwaardige feit voordoen, dat het personeel der beide be
wakingscompagnieën in de vroege ochtenduren van 10 mei in de hoogste graad
van paraatheid verkeerde, terwijl het personeel van de Ille Verk.Gr. rustig lag te
slapen in zijn kwartier oflegeringsverblijf.
Het vliegpark Ruigenhoek is gedurende de vijf oorlogsjaren niet gebombardeerd,
noch op andere wijze aangevallen, maar onwillekeurig rijst de vraag welke gevol
gen deze zorgeloosheid van de C.-IIIe Verk.Gr. zou hebben gehad, indien de Duit
sers dit park in de vroege ochtend van 10 mei hetzelfde lot als Ypenburg hadden
laten ondergaan.
Omstreeks 4.15 verscheen een D XXI (Sluyter) boven het vliegpark, die spoedig
daarna landde. Kort daarop maakten nog twee D XXI'n (Looyen en De Geus) en
iets later in de morgen vier T V'n (nos. 853, 854, 856 en 862 een landing op dit
park (zie de bij lagen nos2 3 en 21
Zoals bekend, behoorden de D XXI vliegtuigen tot de 2e Ja.V.A. en waren de
vliegers van mening, dat zij niet op het vliegpark Schiphol konden landen. De be-
stuuider van de eerst gelande D XXI was zeer verwonderd het vliegpark in diepe