2e Luchtvaartregiment rust te vinden. Hij deelde de officier van dienst mee, dat Nederland in oorlog was met Duitsland en dat de vijand het vliegpark Schiphol had gebombardeerd. Hij was in luchtgevechten gewikkeld geweest en verzocht om munitie en benzine. De officier van dienst, die aanvankelijk zijn oren niet kon geloven, sloeg onmiddellijk algemeen alarm en stuurde een motorordonnans naar Noordwijkerhout om de C.-IIIe Verk.Gr. en de overige daar ingekwartierde officieren te waarschuwen. Op deze gedenkwaardige morgen deed zich dus hier het tweede merkwaardige feit voor, nl. dat de IIIe Verk.Gr. pas werd gealarmeerd, nadat een aantal vliegtuigen van de 2e Ja.V.A. op het vliegpark was geland en de vliegers de verbaasde officier van dienst hadden medegedeeld, dat Nederland in oorlog was. Nadat de D XXI toestellen waren voorzien van benzine en munitie, vertrokken zij voorde uitvoering van een opdracht, die de C.-Lvd. telefonisch aan de vliegpark- commandant had verstrekt. Van de gelande vier T V vliegtuigen vertrokken er drie (nos. 854, 856 en 862) omstreeks 7.00 voor een bombardement van het hulp vliegveld Ockenburg. Van de vierde T V (no. 853) was een der motoren vastge- gelopen, zodat dit toestel op Ruigenhoek moest achterblijven. De vliegparkcom- mandant zorgde er voor, dat de bemanningsleden per auto naar Schiphol werden vervoerd. Eén der kapiteins van de verkenningsgroep, kapitein-waarnemer F.H. Zegers, volgde zijn oorlogsbestemming bij het St.K. van de Brigade G te Culemborg, ter vervulling van de functie van Hoofd Sectie I-5. Een andere kapitein, reserve kapi tein-waarnemer D.F.E. Meerburg, werd door de G.-IIIe Verk.Gr. belast met het indelen van het vliegend personeel voor de vluchten, die ongetwijfeld spoedig zouden moeten worden uitgevoerd. Omstreeks 5.30 gaf de G.-lichte verkenners van de Ille Verk.Gr., reserve eerste- luitenant-vlieger H. Linschoten, die als oudste van de op dat moment aanwezige officieren het bevel op zich had genomen, aan luitenant Van Huizen de opdracht om het in aanleg zijnde vliegveld Valkenburg bij Katwijk te gaan verkennen, als mede de naaste omgeving ervan. Hierbij diende te worden nagegaan, hoeveel vij andelijke transportvliegtuigen op dat terrein stonden en hoe groot het aantal was van de gelande valschermtroepen. Een Koolhoven-FK 51 (res. 2e lt.-wrn. H.K. van Huizen res.sergt.-vl. A.J.M. van Liempd) startte om deze opdracht uit te voeren, maar kort na de start bleek de waarnemer dat zijn mitrailleur weigerde. De vlieger landde het toestel toen weer en de bemanning stapte over in de Fokker- C V, no. 617. Om 6.15 startten zij toen voorde tweede maal en keerden met de G V om 7.15 op het vliegpark terug. De waarnemer (Van Huizen) had op het verkende vliegterrein ongeveer 50 vlieg tuigen van het type Junkers-Ju 52 waargenomen, doch geen grondtroepen. Wel lagen er naar schatting ongeveer 200 witte valschermen op en in de omgeving van 406

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 422