2e Luchtvaartregiment
Fokker-G V, no. 631
ie It.-wrn. H. T. de Raaf- res. sergt.-vl. L.J.M. Fiévez
Fokker-G V, no. 639.
res. sergt.-wrn. J.L. Holtz - res. sergt.-vl. F. Fopma
Zij keerden tussen 15.50 en 16.00 weer op het vliegpark terug. De bemanningen
meldden, dat zij op het strand tussen beide plaatsen twintig vijandelijke vliegtuigen
hadden waargenomen en zeven ervan in brand hadden geschoten met lichtspoor
munitie. De C V'n waren uit de voorste duinenrij onder vuur genomen, waardoor
de vlieger van de no. 631 (Fiévez) licht gewond werd, terwijl de toestellen verschil
lende kogelgaten opliepen.
Majoor Raland had de bemanningen tevens opgedragen langs het vliegterrein
Valkenburg te vliegen om te verkennen of zich daar - voor wat betreft de vijande
lijke bezetting - nog veranderingen hadden voorgedaan. Dit bleek niet het geval
te zijn.
Kort vóór het begin van deze vlucht, t.w. om 15.10 had de C.-Lvd. opnieuw een
beroep gedaan op de Ille Verk.Gr. en wel om het zuidelijke bruggenhoofd van
de Moerdijkbrug voor gewoon verkeer te doen bombarderen door drie C V'n.
Hierbij moest er rekening mee worden gehouden, dat de eigen troepen zich
bevonden in de lijn Blauwe Sluis - Zevenbergen. Na het bombardement moesten de
bemanningen de vijandelijke bezetting van het noordelijke bruggenhoofd met
hun boordwapens aanvallen. Om 16.05 startten de volgende drie vliegtuigen:
Fokker-C V, no. 592.
(res. kapitein-wrn. C.G.R. van Marcelis Hartsinck, commandant - resie lt.-vl.
H. Linschoten
Fokker-C V, no. 605.
(res. kapitein-wrn. D.F.E. Meerburg-res. sergt.-vl. A.P. van Roon).
Fokker-G V, no. 622.
(res. 2e It.-wrn. A.P. de Pauw-res. sergt.-vl. A. Muller).
Zij vlogen op lage hoogte naar het opgegeven doel. Toen de brug in zicht kwam,
bleek deze volkomen intact te zijn. Vanuit de beide bruggenhoofden werden de
drie aanvallers hevig beschoten, waarbij de G V, no. 622 (De Pauw - Muller) zo
danig werd geraakt, dat het een noodlanding moest maken bij Hoge Zwaluwe. De
beide andere toestellen keerden om 17.30 op het vliegpark terug. De waarnemers
meldden dat het bombardement - i.v.m. het hevige afweervuur - weinig of geen
resultaat had opgeleverd. Wegens die beschieting was ook het noordelijke brug
genhoofd door hen niet aangevallen. Later op de avond ontving majoor Raland te
lefonisch bericht uit Breda, dat de bemanning van het genoodlande vliegtuig onge
deerd in die stad was aangekomen.
411