2e Luchtvaartregiment draaien en dan snel weg. We vliegen escadrille-ruim-verband, dat wil zeggen niet te dicht op elkaar. Bakx voorop, links Van Liempd en ik rechts. We vliegen zo laag mogelijk, huisje-boompje-beestje, zoals dat heet. Even later vliegen we langs de Lek oostwaarts, Bakx 'bovenop' het wa ter. Van Liempd en ik links en rechts over de uiterwaarden. Om des te vlugger weer thuis te zijn, zitten we de oeroude Fokker-G V'n met hun 190 kilometertjes kruissnelheid behoorlijk op hun kop. Ze dreu nen en daveren en worden gloeiend heet, maar dat geeft niet, ze kunnen er tegen, want ondanks hun ouderdom zijn ze nog ijzersterk. Plotseling beginnen er, ter hoogte van Culemborg, van de grond af mi trailleurs op ons te schieten, maar ze raken ons gelukkig niet. Wij verder. We beginnen te klimmen, de Grebbelinie nadert. We zitten op 800 meter. In de verte zie ik Wageningen al liggen. Overal op de grond rookt en brandt het. We naderen het 'front'. N.O. van Wageningen moeten we zijn; ik stuur mijn kist nog wat bij, we gaan recht op het doel af. Dan inéénsdrie Duitse jachtvliegtuigen, die in duikvlucht op me af komenWaar ze zo plotseling vandaan komen, is me een raadsel, ik ver moed uit de wolken. Regelrecht duiken ze op mij af, in razende vaart.... Ik zie ze slechts één moment, 't zijn Messerschmitts 109 of Heinkels 1121. Drie razend-snelle zwaar bewapende moderne jagers tegen één oude, langzame verkenner. Géén kans. Weg! Naar de grondHet davert door mijn hoofdin de lucht blijven en trachten te vluchten? Zelfmoord. Eruit springen? Als het lukt, zal ik met mijn parachute midden in de vuurlinie terechtkomen en al dood zijn, voor ik beneden ben Een schop tegen het voetenstuur, een duw tegen het levier, in duik vlucht naar beneden, naar de grond Het gasmanette vól open, óver de stuitnok heen, die we normaal alleen op grote hoogte mogen overschrijden. Lopen zal die oude Rolls, al zal hij uit elkaar vliegen Ze zitten al achter me, ik voel het, één die op me moet schieten, mid den achter me, en twee opzijvoor omkijken is geen tijd. Hij begint te vuren. Dat is ontzettend. Een sproeiregen van lood laat hij op me los. Ik zie het, want zij gebruiken, evenals wij, z.g. lichtspoor munitie, waarbij iedere vijfde patroon 'n duidelijk zichtbaar lichtspoor nalaat in de lucht. 1 Het waren Messerschmitt 109 jachtvliegtuigen; tijdens de oorlogsdagen in mei 1940 zijn er geen Heinkel 112 toestellen boven ons land geweest. 422

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 438