2e Luchtvaartregiment
Radeloos begin ik te schoppen, te duwen en te trekken; als een dolle
man springt de kist door de lucht, slingerend en zwaaiend, met dreunen
de motor. Néén, hij zal me niet krijgen, we geven ons zó maar niet over
Als ik in één rechte lijn naar beneden was gedoken, had ik dit niet meer
kunnen navertellen, danzouhij megemakkelijk in de bundel vanzijn mi
trailleurs kunnen hebben vangen.
Hij vuurt als een bezetene, uit al zijn mitrailleurs spuwt hij ons zijn
stralen dodend metaal achterna. Het is of wij in een smederij zitten of bij
een groot electrisch lasapparaat, links vuurstralen, rechts, boven en
onder ons
Aan alle kanten vonkt en gloeit het, en één kogeltje in mijn rug is vol
doende om er een eind aan te maken, om ons met volle snelheid de grond
in te doen duiken, ik verwacht het ieder moment.
We duiken nog steeds, in razende vaart. Mijn waarnemer vertelde mij la
ter in het ziekenhuis, dat hij dacht dat onze staart er af geschoten
was tijdens deze duikvlucht en dat we stuurloos omlaag doken, zó slinge
rend en zwaaiend dook ik de kist naar beneden. Hij had er zich reeds op
voorbereid, dat we zó de grond in gingen en zat, zo vertelde hij me, ge
lat en en rustig de klap af te wachten.
Ik heb altijd grote bewondering gehad voor de moed, waarmee de waar
nemers zich aan ons toevertrouwden.
Het 'vuurwerk' achter ons houdt nog steeds aan. Datje hersens in een
dergelijke situatie nog werken, is een raadsel. Het flitste door mijn
hoofd: over de Rijn, over de Rijn zien te komen! Ik wist, dat ten noorden
van de Rijn letterlijk de 'hel' was losgebroken; als ik dus daar terecht
kwam, werd ik, al kwam ik heelhuids aan de grond, toch wel 'afgescho
ten', maar bezuiden ervan was de zaak nog betrekkelijk rustig.
We naderden de grond. De 'vuurregen' houdt nog steeds onverminderd
aan. Deze duik schijnt uren te duren, in werkelijkheid is alles een kwestie
van seconden.
Daar is de grond! Ik begin te trekken. Moeizaam, onder hevig trillen
van het toestel, komt de neus omhoog. We razen over de uiterwaarden
en zakken nog steeds lager. Geweldig snel gaat het, véél te snelEen
enorme klap, boem! Weg linker ondervleugel! De flarden hangen er
bij, spaanders vliegen in het rond, we hebben een paal of een dijkje
geraakt. De hele kist wordt omhoog gesmakt, maar schiet nog steeds
met geweldige snelheid voort. Ik weet hem nog vlak te brengen en zie
plotseling de grote winterdijk van de Rijn vóór me. Van dit moment
afhoudt het vuren op. De Duitse jager, die veel sneller gaat dan ik, kan
niet meer achter me blijven en schiet over me heen omhoog.
423