2e Luchtvaartregiment
Op 14 mei was het personeel van de verkenningsgroep om 3.00 op het vliegpark
aanwezig en verkeerden de beide bewakingscompagnieën in de hoogste graad van
paraatheid. De eerste morgenuren verliepen echter rustig.
Om 9.10 ontving majoor Raland van de C.-Lvd. bericht, dat de C X vliegtuigen
van de Strat.Ver.V.A. uit Bergen spoedig op zijn vliegpark zouden landen. Hem
werd opgedragen deze vliegtuigen te dirigeren op het hulpvliegveld Vogelenzang
en zich te wenden tot de G.-Westfront-Vg.H. voor de regeling van de bewaking van
dit vliegveld en voor het vrijmaken van een landingsbaan aldaar.
Om 9.50 meldde de C.-IIIe Verk.Gr. aan de C.-Lvd., dat het hulpvliegveld Voge
lenzang werd bewaakt door een sergeant en veertien man en dat de C.-Westfront-
Vg.H. geen man kon missen voor versterking van deze bewaking.
Om 10.10 landden zeven Fokker-C X vliegtuigen op Ruigenhoek, t.w. de nos. 711,
712, 706, 700, 714, 705 en 713. Zij werden verspreid en zo goed mogelijk gedektop-
gesteld.
Omstreeks 10.30 gaf de C.-2 Lv.R. majoor Raland namens de G.V. de opdracht
om twee verkenningsvluchten te laten uitvoeren. Aan één van de waarnemers
moest worden opgedragen om achtereenvolgens de volgende gebieden te ver
kennen
- de oostzijde van de Loosdrechtse plassen, alsmede de accessen door deze plassen;
- de lijn MaartsendijkHilversum - Bussum en
- de weg Utrecht-Arnhem.
Aan de waarnemer van het tweede vliegtuig moest worden opgedragen om de
stand van de inundaties bij Utrecht op een kaart vast te leggen en de kunstweg
Utrecht - Schalkwijk, alsmede de stad Utrecht te verkennen.
Ongeveer gelijktijdig, omstreeks 11.30, startten de volgende twee verkennings
vliegtuigen met de voor deze vluchten aangewezen bemanningen
Fokker-C V, no. 593.
(res. ielt.-wrn. H.D. Henkers en res. sergt.-vl. J. J.M. van der Heijde, beiden
van de lie Verk. Gr., in een toestel van die groep
Fokker-C V, no. 631.
(res. ie It.-wrn. A.C.O. Mouthaan en res. sergt.- vl. N.J. Borgman, beiden
van de lie Verk. Gr.)
De uitslag van de beide verkenningen was negatief. Er werd niets bijzonders waar
genomen. De wegen waren verlaten.
De luitenant-waarnemer Mouthaan had per berichtkoker een schets van de
stand der inundaties bij Utrecht afgeschoten te Gouda, dat na de terugtocht van
het Veldleger op het Oostfront van de Vesting Holland de nieuwe standplaats was
van het Hoofdkwartier van het Veldleger. Hij had zijn verkenning doorgezet tot
427