2e Luchtvaartregiment
hoven, dat aan de oostelijke zijde van de kunstweg van Gilze naar Rijen lag. In de
bosranden ten noorden en ten oosten van het landingsterrein waren in de vroege
morgen van 10 mei 1940 de gevechtsgerede vliegtuigen opgesteld, t.w.
- de Fokker-G V vliegtuigen, nos. 604, 606, 614, 618, 620, 636 en 641, en
de Koolhoven-FK 51 vliegtuigen, nos. 411, 415 en 421.
Voorts bevond zich in de zuidelijke hangar (hangar no. 2) het 'manche-vliegtuig',
de Koolhoven-FK 51, no. 409, terwijl zich in hangar no. 1 nog de Fokker-C V, no.
625, en de Koolhoven-FK 51, no. 427, bevonden, die daar voor reparatie-doel
einden waren ondergebracht. De in de bosranden opgestelde tien gevechtsgerede
vliegtuigen waren met behulp van camouflagenetten zoveel mogelijk onttrokken
aan zicht uit de lucht. Ten behoeve van het technisch personeel waren nabij de
vliegtuigen schuilloopgraven gemaakt. In de vroege morgen van 10 mei, althans
tijdens het bombardement van die morgen, bevond veel technisch personeel zich
in deze loopgraven.
De fotosectie was gevestigd in een gehuurd huis aan de noordrand van het dorp
Gilze, terwijl de radiosectie, de garage en de keuken waren gevestigd nabij het
jeugdkamp, dat gelegen was op ongeveer 2 km ten westen van het kruispunt van de
kunstwegen Breda - Tilburg en Gilze -Rijen. Ook de bommen en de verschillende
soorten munitie waren daar opgeslagen.
Op het spoorwegemplacement Gilze-Rijen stond op 10 mei een tankwagon met
vliegtuigbenzine. De stationschef ontving later in de morgen het verzoek om de
wagon naar het westen af te voeren
De juiste opstelling van de beide compagnieën bewakingstroepen en van het troe-
pendendachement van de verkenningsgroep is niet volledig bekend. Wel is met
zekerheid bekend, dat de 5e Comp.Bew.Tr. en genoemd troependetachement
waren gelegerd in tenten in het bosperceel ten zuiden van de hangars. In de west
rand van dit perceel waren in de vroege morgen van 10 mei twee lt.mitrs. en de
sectie zw.mitrs. van deze compagnie in mitrailleurnesten in stelling gekomen
De vier resterende lt.mitrs. bevonden zich bij de troep, die in dezelfde rand stelling
had genomen.
Het troependetachement had eveneens om 3.00 de legeringstenten verlaten en
verbleef in loopgraven in het bosperceel.
Van de opstelling van de 2e Comp.Bew.Tr. op die morgen is nagenoeg niets meer
bekend. De sectie zw.mitrs. van deze compagnie moet nabij de noordelijke rand
van het landingsterrein opgesteld zijn geweest, terwijl een deel der compagnie de
bewaking en de verdediging van het vliegveld Nerhoven was toevertrouwd.
In een der nog aanwezige verslagen is sprake van twee stoottroepen, die gereed
werden gehouden voor een offensief optreden tegen mogelijk gelande valscherm
troepen. Waar deze stoottroepen waren opgesteld is niet meer bekend.
Ingevolge de orders van de G.-Lvd. waren zowel het vliegpark als het in aanleg
431