2e Luchtvaartregiment zijnde vliegveld Nerhoven versperd met autowrakken, betonnen putringen en oude boerenwagens. Voorts werd bij het noordelijke hoekpunt van het landings terrein een motorploeg gereed gehouden, waarmede het terrein moest worden omgeploegd, indien het vliegpark zou worden ontruimd. Op to mei was de commandopost omstreeks 3.00 volledig bezet en werd er geluis terd naar de berichten van de luchtwachtdienst. Het personeel van de verkenningsgroep en van de beide compagnieën bewakings troepen verkeerde op dat tijdstip in de hoogste graad van paraatheid. Voor zover het luchtvarend personeel geen bijzondere taak was toevertrouwd, hield het zich op in de omgeving van de commandopost. Om 4.03 vertoonde zich op plm. 2 000 m hoogte een Duits vliegtuig boven het vliegpark. Tussen 4.03 en 4.08 vlogen ongeveer 16 vliegtuigen rond het vliegpark. Om 4.10 bombardeerden en mitrailleerden vier dezer vliegtuigen het vliegveld Nerhoven. Hierna wierpen de overige bommenwerpers in regelmatige volgorde bommen af op Nerhoven en de directe omgeving van het vliegpark Gilze-Rijen, waar zij tevens mitrailleerden. Vier bommen kwamen tot ontploffing in de onmid dellijke nabijheid van de commandopost, waarbij de ter plaatse aanwezige be strating van basaltkeien ten dele werd vernield en de keien alle richtingen uit vlogen. Hangar no. 1 werd daardoor beschadigd, alsmede een in de nabijheid in de bosrand opgesteld vliegtuig. Na het afwerpen van een serie bommen verdwe nen de aanvallende vliegtuigen, om na ongeveer 15 minuten terug te keren voor een volgende aanval, waarbij kennelijk de bedoeling voorzat het landingsterrein van het vliegpark onbruikbaar te maken. Tussen deze bomaanvallen mitrailleer den twaalf Me 109 vliegtuigen het vliegpark. Omstreeks 6.45 was de aanval ten einde. Evenals nagenoeg al het overige personeel, had ook het personeel van de comman dopost tijdens de bombardementen en beschietingen dekking gezocht in de in de omgeving zijnde loopgraven of greppels. Tussen de aanvallen was de commando post weer gedeeltelijk bezet en werd de C.-2 Lv.R. telefonisch in kennis gesteld van de gebeurtenissen. Zo ontving hij om 6.55 het volgende bericht: 'nog steeds onder mitr.vuur; vijfmaal gebomd; landingsterrein zwaar beschadigd, trechters tot 2 m diepte. Twee C V'n (nos. 604 en 620) en één FK 51 (no. 421) beschadigd'. Dank zij de vele loopgraven was niemand gedood of gewond. Een deel van het in de loopgraven bij de commandopost verblijvend personeel werd door de explode rende bommen bij de aanval op hangar no. 1 gedeeltelijk onder zand bedolven en was daarna teruggegaan in de richting van Rijen. Het had in het beboste terrein van de reeds eerder genoemde viersprong van wegen 432

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 448