445 2e Luchtvaartregiment Uit telefonische berichten was bekend geworden, dat drie Fokker- GI.A vlieg tuigen, nos. 311, 328 en 329, van de 3e Ja.V.A. waren geland op het strand van Oostvoorne. De vliegtuigen stonden daar zonder benzine en zonder munitie, terwijl bovendien geen slinger aanwezig was om de motoren op gang te brengen. Op last van de C.-Lvd. moest er benzine naar genoemde G I'n worden gebracht. Daartoe vertrok om 13.30 de Fokker-C V, no. 618 (wachtmeester-vlieger J.W. Wildschut) naar Oostvoorne met 150 liter benzine en een aanzetslinger, die helaas niet bleek te passen. Om 14.15 landde de no. 618 weer op het vliegpark Flaamstede. Evenals op de vorige dag moest de C.-IVe Verk.Gr. 's middags drie C V'n gereed houden om op nader bericht van de C.-Lvd. daarmee het vliegpark Waalhaven te laten bombarderen. Ook ditmaal werd dat nader bericht niet ontvangen. Moge lijk is hier van invloed geweest het uitvallen omstreeks het middaguur van de tele fonische verbindingen met plaatsen buiten de provincie Zeeland. Even na het middaguur viel ook de spanning op het elektrische net van het eiland uit. De ver bindingmet de C.-2 Lv.R. geschiedde toen uitsluitend radiotelegrafisch, waarbij het radiostation werkte op een eigen generator. Toen omstreeks 15.00 het vliegpark werd gebombardeerd door drie He 111 vlieg tuigen, kostte dit de verkenningsgroep slechts één beschadigd vliegtuig. De maatregelen, die op 11 mei - als gevolg van de bespreking tussen de vliegpark- commandant en de C.-IVe Verk.Gr. terzake van de beveiliging van het vliegpark werden genomen, geven reden tot een korte beschouwing. Het vliegparkcommando bleef in handen van kapitein Berdenis van Berlekom en aan de taak van de bij hem ingedeelde onderdelen (de 3e Comp.Bew.Tr., de 162e Bt.Lu.A. en het detachement lsk.) veranderde nagenoeg niets. Zonder instemming van de Commandant in Zeeland was dat ook niet mogelijk. De 3e Comp.Bew.Tr. bleef derhalve belast met de z.g. binnenverdediging van het vliegpark en de 162e Bt.Lu.A. bleef zijn opstelling bij dit park innemen. De 2e en de 5e Comp.Bew.Tr. en het troependetachement van de IVe Verk.Gr. waren dus beschikbaar voor de buitenverdediging van het vliegpark en eventueel voor beveiliging van het kantonnement. Deze onderdelen bleven onder bevel van de C.-IVe Verk.Gr., hetgeen betekende dat de beveiliging van het object (het vlieg park) kwam te liggen in handen van twee commandanten, zoals ook op het vliegpark Schiphol tenslotte het geval was (zie hoofdstuk II) Op tactische gronden is zulks te veroordelen. Daarbij kwam nog, dat een deel van deze buitenverdediging (het te Renesse opgestelde detachement lsk.) onder bevel stond van de vliegparkcommandant. Bovendien waren dit detachement en overdag de 5e Comp.Bew.Tr. opgesteld buiten het vliegpark, op een gemiddelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 461