447
2e Luchtvaartregiment
troepen verborgen gehouden zouden worden. Er werden troepen van de 2e Gomp.
Bew.Tr. ter beschikking gesteld en deze omsingelden eerst de boerderij, alvorens zij
mocht worden onderzocht. Er werden geen Duitsers gevonden, zodat de troep
spoedig kon terugkeren naar Brouwershaven, waar de luitenant met zijn mannen
twee huizen doorzocht, waarin zich - volgens de gemeenteveldwachter - verdachte
personen zouden ophouden.
Toen de luitenant in de commandopost te Haamstede terugkeerde, was de avond
reeds gevallen. Op de commandopost was kort tevorenom 20.30 van de Comman
dant in Zeeland bericht ontvangen, dat er gedurende de nacht een aanval kon
worden verwacht, hetzij aan de zeezijde, hetzij aan de zijde van de binnenwateren.
Bij deze aanval zou gebruik worden gemaakt van kleine, snelvarende boten. Dit
bericht zou er opnieuw de oorzaak van zijn, dat velen geen of onvoldoende nacht
rust kregen.
De vele berichten, die bij de vliegparkcommandant en bij de C.-IVe Verk.Gr.
binnenkwamen, maakten het noodzakelijk de eventuele acties van deze comman
danten te coördineren. Om deze reden detacheerde de C.-IVe Verk.Gr. in de
morgenuren een verbindingsofficier bij de vliegparkcommandant.
Omstreeks 10.00 was uit Anna Jacoba op St.Philipsland een gedeelte van III-20
R.A., onder bevel van reserve kapitein ir. S.L. Groenewoud, met de weer onder
stoom gebrachte veerpont te Zijpe aangekomen. Dit detachement had een sterkte
van één kapitein, vijf luitenants, één kornet, acht wachtmeesters en plm. 60 man
schappen. De III-20 R.A. was laat in de avond van 10 mei - onder achterlating en
vernageling van de vuurmonden - op bevel uit de omgeving van Mill teruggetrok
ken. Tijdens deze terugtocht was men veel personeel kwijtgeraakt.
Nadat een en ander hem telefonisch was gemeld, ging kapitein De Ruyter van
Steveninck naar Zijpe en kwam daar omstreeks 11.30 aan. De door een verwon
ding halfblinde en door pijn gehandicapte kapitein Groenewoud stelde zijn ar
tilleristen ter beschikking van de C.-IVe Verk.Gr., nadat deze hen had medege
deeld dat uitwijken naar het noorden (naar de Vesting Holland) niet meer mogelijk
was1. De C.-IVe Verk.Gr. nam kapitein Groenewoud met enig toegevoegd per
soneel in zijn staf op. Het overige personeel werd verdeeld over de onderdelen te
Zijpe, Brouwershaven en Zierikzee. Reserve eerste-luitenant J. van Soest werd aan
gewezen als commandant te Zijpe. Behalve enig artilleriepersoneel werden ook
onder zijn bevelen gesteld de sergeant en tien man, die zich sinds de avond van
1 o mei te Zijpe bevonden.
Even voor de aankomst van De Ruyter van Steveninck te Zijpe, was op het haven
terrein tegenover deze plaats een peloton Franse pantserwagens (drie pantser-
1 Achteraf bleek hem, dat er nog wel boten voeren.