2e Luchtvaartregiment een enkele keer te zijn beschoten. De resultaten van de verkenning werden later langs radiotelegrafische weg doorgegeven aan de C.-2 Lv.R., die de G.-Lvd. er mee in kennis stelde. De derde vlucht werd uitgevoerd door de volgende drie vliegtuigen Fokker-C V, no. 652. res. sergt.-vl. J. Th. Reintjes - 2e lt-wrn. J.J. Cramercommandant Fokker-C V, no. 6371. wachtmeester-vlieger J. W. Wildschut en passagier Fokker-C V, no. 6031. res. sergt.-vl. J. A. Hartefeit enpassagier Wie als tweede man meevloog in de nos. 637 en 603 kon niet meer worden achter haald. De Heer Hartefelt meende - desgevraagd - dat hij destijds alleen in het toe stel zat. Dat is slechts te begrijpen, indien wordt aangenomen, dat de aangewezen vliegtuigmaker vlak voor de start het vliegtuig heeft verlaten. De commandant zal namelijk beslist niet hebben bepaald, dat de vlieger alleen moest gaan, omdat onder die omstandigheden de hele vlucht geen zin had. De vlieger zelf kon de bommen niet werpen. De vliegtuigmakers van de IVe Verk.Gr. stelden zich destijds terecht op het standpunt, dat zij niet gedwongen konden worden als waarnemer mee te vliegen, omdat zij als zodanig niet waren opgeleid en er voor die taak opgeleide waarnemers waren. De drie vliegtuigen moesten de westelijke rand van Wageningen bombarderen en mitrailleren. De toestellen startten omstreeks 18.15. In de omgeving van 's-Her- togenbosch ontmoetten zij in de lucht een grote vijandelijke overmacht en werden aangevallen. Voortdurend achtervolgd en beschoten was de sergeant Hartefelt ge dwongen terug te keren en reeds om 18.40 landde hij weer op Haamstede. De beide andere toestellen gelukte het door steeds lager te vliegen de achtervolgers kwijt te raken. De escadrille-commandant besloot te trachten alsnog het opgegeven doel te bereiken, maar omdat bij controle bleek dat de bomafvuurapparatuur van de no. 652 als gevolg van ontvangen treffers niet meer werkte, gaf hij opdracht eveneens terug te keren. Sergeant Reintjes landde op Haamstede om 18.58 en wachtmeester Wildschut om 19.00. De opdracht werd derhalve niet uitgevoerd. Kapitein De Ruyter van Steveninck belastte op deze dag één van zijn officieren met het inventariseren van de munitievoorraad en met het inrichten van een munitie depot. De ook als technisch officier fungerende reserve kapitein-waarnemer ir. A. Janssen gaf hij opdracht de benzine- en olievoorraden op het eiland in beslag te 1 De mogelijkheid is niet uitgesloten dat beide nummers onderling verwisseld moeten worden. 450

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 466