457 2e Luchtvaartregiment Uit deze beide, kort weergegeven gebeurtenissen blijkt de verwarring, die er op het eiland heerste en tevens tot welke gevolgen deze aanleiding gaf. De detachementscommandant te Nieuwerkerk was zonder twijfel niet bekleed met het militair gezag, zoals in de oorlogswet1 is bedoeld. Dat hij desondanks t.o.v. de burgemeester resolute maatregelen nam, kan men hem zeker niet euvel duiden. Een en ander kan gevoeglijk worden toegeschreven aan de geringe en vaak slechte verbindingen, waardoor kapitein De Ruyter van Steveninck zijn verschillende ondercommandanten en de burgemeesters van het eiland, waarvan hij comman dant was, niet onmiddellijk heeft kunnen inlichten. 's Avonds gelastte de C.-Schouwen-Duiveland, dat de munitievoorraad bij man en mitrailleur moest worden opgevoerd en zo mogelijk verdubbeld. Tot dit doel reden 's avonds laat nog drie vrachtauto's met munitie langs de verschillende onder delen. Voorts beval hij het vertrek van het tankschip met vliegtuigbenzine uit Burghsluis naar Walcheren en liet hij de tankauto met vliegtuigbenzine in het buitenwater ledigen2. De C.-Schouwen-Duiveland wenste alle onderdelen mobiel te maken Het grote aantal vrachtauto's van het detachement lsk. bevond zich nog steeds te Renesse. De commandant van dit detachement ontving daarom opdracht dat transportmateri- eel beschikbaar te stellen. Voor allen op het eiland was de 14e mei een zenuwslopende dag geweest. Vele ge ruchten hadden de ronde gedaan. Ontelbare niet te controleren meldingen en be richten waren ontvangen en hadden de verschillende onderdelen gedwongen tot een voortdurende activiteit. De zwakke militaire bezetting van het eiland, verdeeld opgesteld over achttien punten, verkeerde daardoor voortdurend in een soort van alarmtoestand. Aan het einde van de vijfde oorlogsdag was het personeel - van hoog tot laag - dan ook af gemat. En dan te bedenken, dat er op het eiland geen vijand was en er dus nog geen schot was gelost. H.M. de Koningin en de regering hadden het land verlaten en Nederland had zich overgegeven, zoals het heette. Wat kon men van de vermoeide en bijna gedemora liseerde troepen verwachten, wanneer de vijand het eiland zou aanvallen? In de morgen van 15 mei ontving een van de officieren van de staf van de G.-Schou wen Duiveland om 3.00 opdracht een commandopost te verkennen in het ooste lijke deel van het eiland. In de loop van de morgen werd deze te Schuddebeurs ingericht en in de nacht van 15 op 16 mei voor het eerst gedeeltelijk bezet. 1 Wet van 23 mei 1899, Stb. 128, gewijzigd bij de wetten van 22 november 1918 en van 29 juni 1925. 2 Kort voor Burghsluis kantelde de auto en viel van de dijk af. De drie inzittenden konden ongedeerd uit de cabine kruipen. De benzine werd daarop gelost in een meertje tir plaatse en de auto werd daar achtergelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 473