463 2e Luchtvaartregiment waarnemer P.J. Holstein, bleek in eenzelfde gemoedstoestand te verkeren. De laatste was dan ook niet in staat het commando over het detachement op zich te nemen, zodat de naar Bruinisse gestuurde luitenant telefonisch om vervangende officieren verzocht. Hij liet zich zo volledig mogelijk inlichten over het detachement, waarbij hem bleek dat de troep uitgeput, overspannen en angstig was. Dit uitte zich o.m. in het in de lucht afschieten van geweren, het in het wilde weghollen na het horen van een schot, enz. Het was reeds avond, toen de luitenant de G.-Schouwen-Duiveland telefonisch ver slag uitbracht van zijn bevindingen. Rekening houdende met de mogelijkheid dat de overtocht van de vijand over het Zijpe nog de komende nacht kon plaats vinden, stelde hij de C.-Schouwen-Duiveland voor om een nieuwe stelling te laten in richten in de lijn: Zierikzee - Schuddebeurs - Dreischor. De vóór deze lijn nog aanwezige troepen (verminderd met een aantal secties) dienden dan te worden op gesteld in de lijn: Oosterland - Sirjansland. De troepen in deze lijn zouden slechts dienen als scherm, dat zich voor het aanbreken van de dag moest terugtrekken op de nieuwe stellingZierikzee - Schuddebeurs - Dreischor. De G.-Schouwen-Duiveland ging accoord met dit voorstel en belastte hem (eerste- luitenant-waarnemer F.G. van Ditzhuijzen) daarop met het bevel over alle in het oostelijke deel van het eiland opgestelde troepen en met het commando over het te vormen scherm. De G.-Schouwen-Duiveland liet het Zijpe als verdedigingslijn dus los en verlegde deze naar de lijnZierikzee - Dreischor. Hoe wilde hij dit met afgematte en volkomen gedeprimeerde troepen in een gering aantal nachtelijke uren bewerkstelligen? En is zijn beslissing ook niet in strijd met de opdracht van de Commandant in Zeeland om het zwaartepunt van de verdedi ging in het zuidoostelijke deel van het eiland te leggen? Met de vijand aan het Zijpe was dit een ongelukkige en dramatische beslissing. Tegen de avond begaf kapitein De Ruyter van Steveninck zich naar Zierikzee, om dat hem was gemeld dat er in de haven aldaar vissersschepen met troepen waren aangekomen1. Bij zijn aankomst in die stad, bleek hem dat het ongeveer 250 man waren van I-38 R.I., onder bevel van majoor J.G.A. Meyer. Op last van de Commandant in Zee land werd dit bataljon van Tholen teruggetrokken op Schouwen-Duiveland. Ge brek aan scheepsruimte was er o.m. de oorzaak van dat slechts een deel van het ba taljon Schouwen-Duiveland had bereikt. De C.-I-38 R.I. kreeg van de Commandant in Zeeland opdracht om de volgende 1 Een klein deel van deze troepen werd te Ouwerkerk ontscheept en marcheerde vandaar naar Zierikzee.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 479