474 De vliegscholen Met de maatregelen, die de Commandant in Zeeland in vorenstaand bevel nam, brak hij met het beginsel, dat de bewakingstroepen waren gesteld onder de vlieg- parkcommandant; een beginsel, dat door de C.-Lvd. was bepaald voor alle vlieg- parken en was vastgelegd in de instructie voor de vliegparkcommandanten. Boven dien was deze maatregel in strijd met het telexbericht van de O.L.Z., dd. 20 april 1940, om 10.45, waarin onder punt h duidelijk werd gesteld, dat de bewakings troepen op Vlissingen onder de bevelen van de vliegparkcommandant moesten staan1. De commandant van het vliegpark Souburg en de commandant van de bewakings troepen stonden dus van 27 april af naast elkaar en onder rechtstreeks bevel van de Commandant van het Ie Marine Bat. Door dit bevel gaf de Commandant in Zee land de eenhoofdige bevelvoering op het vliegpark prijs en wijzigde hij de tactische functie van de vliegparkcommandant in een functie van administratieve aard. Welke motieven aan deze wijziging in de bevelvoering op het vliegpark ten grond slag lagen, was niet meer te achterhalen. Het vliegparkcommando In de late avond van 9 mei kwam de aangewezen nieuwe vliegparkcommandant, reserve kapitein-vlieger H. Nieuwenhuis, per trein in Vlissingen aan. Door het uit breken van de oorlog in de vroege morgen van 10 mei kon er geen sprake zijn van het overnemen van het commando over het vliegpark. Kapitein Nieuwenhuis zelf stelde het nog enige dagen uit, omdat hij niet bekend was met de ter plaatse getrof fen maatregelen, noch ook met de bevelsverhoudingen op het vliegpark. Pas op 14 mei nam hij om 20.00 het vliegparkcommando over van de wnd. vliegparkcom mandant, kapitein-waarnemer G.P.Janssen. De commandopost van de vliegparkcommandant bevond zich in een paiticuliere woning aan de weg naar Middelburg, op korte afstand ten noorden van de hoofd ingang van het vliegpark. De vliegparkcommandant had er voor gezorgd, dat de officieren en onderofficieren ter plaatse waren ingekwartierd, terwijl de korporaals en de manschappen van de Militaire Luchtvaart waren gelegerd in een tweetal barakken, die waren gebouwd aan het einde van de Van Doornlaan te West-Sou burg. Het landingsterrein van het vliegpark was versperd door middel van autowrakken, karren en rechtopstaande ijzeren palen. Eén startbaan, die van de hangar in west- zuidwestelijke richting liep, was vrij gehouden. De bewaking van de hoofdingang van het vliegpark was opgedragen aan een wacht die werd geleverd door de Militaire Luchtvaart en onder bevel stond van de vlieg- 1 Zie voor een woordelijke weergave van dit telexbericht in hoofdstuk I, onder i.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 490