De vliegscholen De beide gearresteerde en ingesloten officieren werden enige tijd na hun insluiting bevrijd door bemiddeling van kapitein Anker. Zij begaven zich toen naar de com mandopost van kapitein Janssen. Even vóór het vertrek van het eerste vliegtuig werd luitenant De Vries daar ontboden. De beide, zojuist bevrijde officieren ver dachten hem ervan de hand te hebben gehad in hun arrestatie. Deze verdenking wees hij echter positief af. Toen de officieren op de commandopost - na verder on derzoek - tot de overtuiging waren gekomen, dat de schuld bij anderen moest wor den gezocht, waren de voornaamste getuigen reeds per vliegtuig vertrokken. Even vóór 12.00 was het eerste vliegtuig gestart. Luitenant De Vries vertrok als laatste omstreeks 14.00. Zijn indruk - kort voor zijn vertrek - was: 'een opgewon den, radeloze troep, welke leiding miste'. Omstreeks 12.00 had kapitein Janssen van de Commandant in Zeeland de order ontvangen zich met het achtergebleven personeel van de Militaire Luchtvaart ge reed te houden voor vertrek naar Berck-sur-Mer. Dat vertrek zou plaats vinden op nader order van de C.Z. Kort na de ontvangst van deze order, ontving hij een twee de order, die inhield dat een detachement ter sterkte van 40 man op het vliegpark moest worden achtergelaten. Het personeel van dit detachement moest hij admi nistratief overgeven aan de C.-3-I-38 R.I. Kapitein Janssen wees het personeel voor dit detachement aan en belastte een sergeant met het commando. Welke taak het detachement werd opgedragen, is niet meer bekend. De reserve kapitein-vlieger H.Nieuwenhuis nam - op last van de Commandant van het Ie Marine Bat. - om 20.00 het vliegparkcommando over. Op 15 mei ontving de vliegparkcommandant omstreeks 2.00 van de Commandant in Zeeland de opdracht om met de sedert 10 mei gereedstaande autocolonne naar Berck-sur-Mer te vertrekken. Toen de colonne bij het pontveer te Vlissingen aan kwam, kon zij-om onbekende redenen - niet worden overgezet naar Breskens en keerde terug naar het dorp Ritthem. In de loop van de morgen reed de colonne voor de tweede maal naar het pontveer, echter met hetzelfde resultaat. Om 13.00 berichtte de Chef van de Staf Landmacht van de Commandant in Zee land, dat de colonne nu naar het pontveer kon vertrekken en zou worden overge zet. Inderdaad vond toen de overtocht plaats. Zoals hiervoor reeds is vermeld, be stond de colonne uit 16 auto's en 4 motorrijwielen. Behalve de bagage van het grondpersoneel van de Militaire Luchtvaart en het materieel van de vliegschool, vervoerde de colonne 115 officieren, onderofficieren en minderen, hierbij één bur gerchauffeur inbegrepen. Kapitein Anker ontving in de morgen van 15 mei van een Franse bataljonscom mandant de order om de opstellingen op het vliegpark te verlaten, met uitzonde ring van die van de sectie zw.mitrs. en van het 75e Pel. Lu.Mitr. Met zijn compag- 489

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 505