De vliegscholen Tegen de avond ontving luitenant De Vries van de Franse basiscommandant order de lesvliegtuigen te demonteren en gereed te maken voor verscheping op 19 mei. De reden hiervan was, dat het Belgische personeel naar Marokko, althans naar Afrika zou gaan en het kwam de Fransen verstandig voor, dat het Nederlandse per soneel zich bij het Belgische zou aansluiten. Na de verscheping van het vliegtuigma terieel op 19 mei, zou het personeel dan per trein naar Marseille worden vervoerd. Onder leiding van de technisch officier, reserve tweede-luitenant ir. H.F. de Jonge, en adjudant-onderofficier-vlieginstructeur P.J. van der Griend werden in de avond van 17 mei zes vliegtuigen gedemonteerd. Franse mecaniciens hielpen op 18 mei mee om de nog niet gedemonteerde vliegtui gen in een hangar te plaatsen en met hun assistentie werden de demontagewerk zaamheden voortgezet. Nauwelijks was met deze werkzaamheden een begin ge maakt, toen de order werd gegeven met het demonteren van de vliegtuigen te stop pen en nadere orders af te wachten1. Het vermiste lesvliegtuig landde deze dag nog in Caen2 en omstreeks 15.30 kwam de autocolonne met het personeel uit Vlissingen het vliegpark binnenrijden. Deze colonne was dus in iets meer dan drie dagen van Vlissingen naar Caen gere den. Op 15 mei reed kapitein Nieuwenhuis, die als colonnecommandant optrad, via Breskens-Sluis-Knokke-Blankenberghe-Ostende-Nieuwpoort naar Duinkerken. Door de ongelijksoortigheid van de auto's (o.a. vrachtauto's, autobussen en tankau to's) en het vele verkeer op de rijweg was het verband in de colonne moeilijk te handhaven. Gedurende de nacht van 15 op 16 mei reed de colonne door naar Ga lais, welke stad 's morgens vroeg werd bereikt. De twee leerling-vliegers, die op 14 mei bij hun overhaaste landing waren gecapoteerd, sloten zich hier bij de colonne aan. De Franse commandant van Calais gaf de colonnecommandant opdracht door te rijden naar Ghartres, waar de vliegtuigen zich zouden bevinden. Van Calais reed de colonne vervolgens via Boulogne naar Montreuil, in welke plaats de nacht werd doorgebracht. Door het geforceerde rijtempo waren intussen twee auto's uit gevallen, die beide ter reparatie waren achtergelaten, respectievelijk in Boulogne en in Montreuil. Op 17 mei kon pas om 13.15 worden vertrokken. De colonne ondervond veel hin der van de vele vluchtelingen, waardoor op kruispunten en in de dorpen ernstige opstoppingen ontstonden. Gedurende de nacht van 17 op 18 mei zette de colonne- 1 Deze order was een gevolg van het ingrijpen van het Nederlandse gezantschap te Parijs. 2 Het toestel, dat op 16 mei werd vermist. Er waren nu dus 17 vliegtuigen van Vlissingen te Caen, benevens één Fokker-C X met res. ie lt.-vl. H. Linschoten en res. 2e lt.-wrn. Jhr. J.E. van Panhuijs. 496

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 512