5°3
De vliegscholen
De getroffen verdedigingsmaatregelen
Het landingsterrein en de vlakke terreinen in de omgeving daarvan waren in de
vroege morgen van i o mei versperd met autowrakken, boerenwagens, palen en be
tonnen putringen.
Van de 3e Comp.Bew.Tr., die over acht lt.mitrs. en een sectie zw.mitrs. beschikte,
stonden zes lt.mitrs. opgesteld aan de noordwestelijke rand van het landingsterrein
en de twee resterende lt.mitrs., alsmede de drie zware mitrailleurs aan de noord
oostelijke rand. In deze rand waren de mitrailleurs en de bedieningsmanschappen
opgesteld in goede gevechtsdekkingen, die echter niet overdekt waren. De ge
vechtsdekkingen aan de noordwestelijke rand waren van een iets eenvoudiger con
structie. Alle mitrailleurs waren zodanig opgesteld, dat zij het landingsterrein met
hun vuur konden bestrijken.
Door de sterkte der lichte mitrailleur-groepen terug te brengen tot plm. 3 man,
was het mogelijk geworden twee 'stoottroepen' te vormen van elk 40 man. Het
hierbij ingedeelde personeel verrichtte patrouille- en bewakingsdiensten en zou bij
een eventuele aanval op het vliegpark offensief moeten optreden.
De commandopost van reserve kapitein J.R. Dijksterhuis1 was gevestigd in het sta
tionsgebouw nabij de noordhoek van het landingsterrein.
De 162e Bt.Lu.A. stond aanvankelijk plm. 750 m ten westen van het landingster
rein, goed gecamoufleerd in het kreupelhout opgesteld. In opdracht van de C.-Ie
Marine Bat. werd zij op 27 april 1940 verplaatst naar de noordoostelijke hoek van
het terrein. Uit deze positie zou het moeilijk zijn met de drie vuurmonden-indien
dit nodig zou zijn - rechtstreeks vuur uit te brengen op de landingsbanen, omdat
de 4 tl. vuurmonden niet geschikt waren om op korte afstand vlakbaanvuur af te
geven.
Zowel de vliegparkcommandant als de batterijcommandant hadden met klem te
gen deze ondoelmatige en - naar beider inzicht - tactisch onjuiste stellingverande
ring geprotesteerd, tevergeefs echter.
Bij zijn bezoek op 27 april 1940 stelde de C.-Ie Marine Bat. een verboden zone in
rond het vliegpark. In westelijke richting reikte dit gebied tot aan de kust en land
inwaarts tot op plm. 1 km van het vliegpark. Het in deze zone gelegen stationsge
bouw werd gevorderd. Het personeel en de leveranciers ontvingen bijzondere pas
sen om dit gebied te mogen betreden.
1 Kapitein Dijksterhuis werd tijdens de bezetting als lid van een verzetsgroep in Groningen door de
Duitsers gegrepen en naar een Duits concentratiekamp afgevoerd. Hij werd daar op 15 oktober
ï944 gefusilleerd.