De vliegscholen vlieger in de vroege morgen van 10 mei aanwezig moesten zijn in de grote stenen hangar, terwijl de vliegparkcommandant sedert 8 mei vijftig vrachtauto's en vijf autobussen (alle met burgerchauffeurs) had gevorderd, die verdekt stonden opge steld bij de kerk in Haamstede. Dit automaterieel zou het resterende personeel en materieel van het detachement moeten vervoeren. Noch de vliegparkcommandant, noch de C.-3e Gomp.Bew.Tr. beschikten tevoren over een gevechtscommandopost. Zodanige commandoposten zouden pas in geval van oorlog buiten het vliegpark worden betrokken. In de nacht van 9 op 10 mei bevond de vliegparkcommandant zich met zijn offi cieren op zijn bureau in de grote stenen hangar, waar hij na 1.40 naar de vele ra diomeldingen van de luchtwachtdienst luisterde. Tegen het aanbreken van de dag opende de 162e Bt.Lu.A. het vuur op overko mende vliegtuigen, echter zonder succes. Om 4.15 vielen plotseling twaalf uit noordelijke richting komende laag vliegende Me s 110 het vliegpark aan, dat zij beschoten met hun boord wapens. Zij namen eerst de grote hangar onder vuur, daarna de gevechtsopstellingen en de verspreid opgestelde vliegtuigen. Het in de hangar aanwezige personeel zocht dekking in de schuilloopgraven, ter wijl het personeel in de barakken naar het bedekte terrein vluchtte. De beschietingen duurden ongeveer 15 minuten. Even onverwacht als de vliegtui gen waren gekomen, verdwenen zij. Onmiddellijk na de aanval gaf de vliegparkcommandant zijn officier-toegevoegd opdracht met de staf van het vliegparkcommando de oorlogscommandopost in de boerderij 'Toledo' te betrekken en de C.-Depot Lsk. terzake te berichten. Hijzelf trok er op uit om de geleden schade op te nemen. Er bleek eén soldaat van de luchtwachtdienst zeer ernstig te zijn gewond; hij over leed nog dezelfde morgen. De stenen hangar was op ontelbare plaatsen getroffen en de grote deuren waren met kogels doorzeefd. De zes in de hangar staande vliegtuigen waren ernstig be schadigd1. Van de buiten het vliegpark opgestelde toestellen waren er vier in brand geschoten2 en twee ernstig beschadigd3. De vijf noodhangars, alsmede de daarin opgestelde vliegtuigen bleven onbeschadigd. De vijand had deze hangars blijkbaar niet als zodanig herkend. Hieruit blijkt hoe zeer het de moeite loont, vliegtuigen onder te brengen in aan de omgeving aangepaste opstellingen. 1 Er zijn geen rapporten of andere bescheiden bewaard gebleven, waaruit zou kunnen blijken om welke vliegtuigtypen het hier ging. 2 Twee Koolhoven-FK 51 vliegtuigen, één Fokker-C V vliegtuig en de Fokker-F VII A (3-m) no 802. 3 De Fokker-C IX, no. 662 en de Fokker-S IX/1no. 31 506

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 522