De vliegscholen f De Koolhoven-FK 56 vliegtuigen, nos. 81, (82), 83, (84), 85, 86 en (87)1 g De Bücker-Bü 131 D-6 ('Jungmann'), no. 75; h De Fokkcr-D XVI, no. 277*; i De North American-NA 27 ('Trainer'), no. 997® en j De Fokker-S II, no. g4 ('Ambulance-vliegtuig)4. Met uitzondering van de Fokker-T V, no. 861, waren alle vliegtuigen van de vlieg- school verspreid opgesteld op verschillende - ten noorden en ten westen van het vliegpark gelegen - boerenerven en weilanden. Aangezien de Fokker-T V een zeer breed wielspoor had, kon dit vliegtuig niet worden vervoerd over de smalle brug, die het landingsterrein met de weg verbond. Daarom moest het op het landingsterrein achterblijven. Door middel van camouflagenetten en takken was getracht de verspreid opgestelde vliegtuigen zoveel mogelijk aan het zicht uit de lucht te onttrekken. De commandant had verschillende malen bij de G.-Lvd. verzoeken ingediend voor de bouw van kleine houten noodhangars. Hoewel het voor de bouw benodig de hout reeds was aangevoerd, waren zijn voorstellen om financiële redenen nog niet ingewilligd. Ten behoeve van de bewaking der vliegtuigen waren door de commandant verschil lende dubbelposten geplaatst. De vliegtuigolie en de vliegtuigbenzine werd aangevoerd in vaten, die werden op geslagen aan de Postweg, ten zuiden van het K.L.M.-gebouwtje. In de aan mei voorafgaande maanden was aan de westzijde van de Postweg, ten zuidwesten van het vliegpark, een hulpvliegveld gereedgekomen, dat eveneens was versperd. Zo was dus de toestand op het vliegpark in de vroege morgen van 10 mei 1940. 1 De C.-Vliegschool Texel noemt in zijn rapport over de oorlogsdagen slechts de nummers 81, 83, 85 en 86 als te zijn verbrand. Daar ook de nummers 82, 84 en 87 zijn afgeleverd, zou moeten worden aangenomen dat deze onbeschadigd bleven, maar in de opsomming van onbeschadigde vliegtuigen van genoemde commandant komen zij echter niet voor. Er zijn nu de volgende mogelijkheden: a De commandant is eenvoudig vergeten de toestellen te vermelden, die wèl vernield, maar niet verbrand waren b Zij waren reeds afgeschreven, maar vóór 30-4-1940 was er nog niet één gecrashed. Het is duidelijk dat van het eerste sprake is, want ook de S II, no. 94 en de D XVI, no. 277 heeft de commandant in zijn opsomming vergeten, terwijl er - althans vóór 30 april 1940 - géén crashes waren. 2 Het was de laatst overgebleven D XVI. Hij viel op 15 mei 1940 onbeschadigd in Duitse handen. 3 Dit toestel was gevorderd van de N.V. Nederlandse Vliegtuigfabriek Fokker. 4 Het was de laatst overgebleven (verbouwde) Fokker-S II. Dit vliegtuig en de Fokker-D XVI, no. 277 kwamen evenmin voor in de opsomming van de commandant (Zie voetnoot 3, onder a). 521

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 537