535 Ockenburg en Valkenburg R.Gr. Volgens het bevel van de G.-Westfront Vg.H. van 8 mei 1940, sectie I-i, No. 13B, was de taak der compagnie: 'beletten dat buitenlandse vliegtuigen op Ocken burg landen dan wel, na geland te zijn, zich ontwikkelen en uitbreiden'1. In de morgen van 9 mei vertrok - op bevel van genoemde commandant - één sectie van de compagnie naar Wassenaar voor de bewaking van de telefooncentrale al daar. De C.C., reserve kapitein mr. P.J.A. Boot, beschikte daarna nog over drie secties, waarbij slechts vier lt.mitrs. aanwezig waren. Zijn totale sterkte ter plaatse bedroeg drie officieren, één vaandrig, acht onderofficieren en 84 korporaals en manschappen. Het personeel was niet voorzien van handgranaten en van verbandpakjes. Ook was in de vroege morgen van 10 mei nog steeds niet begonnen met het maken van gevechtsdekkingen De drie secties hadden bij toerbeurt achtereenvolgens wachtdienst, piketdienst en rust. Op 10 mei en de daarop volgende dagen moest de gehele compagnie echter strijdvaardig zijn, althans van 3.15 tot 8.00. Op het hulpvliegveld bevond zich - buiten de bewakingscompagnie - ook nog de bewapeningsdienst van het Luchtvaartbedrijf, onder bevel van de eerste-luitenant- vlieger H.G. Gautier. Rechts van de toegang tot het veld stond een der zoeklichtinstallaties van de Vile Zl.Afd.tl. Overeenkomstig de bevelen, vertrok het personeel tegen zonsopgang met het zoeklicht naar de sectieverzamelplaats bij de W.S.M.-garage te Loosduinen; alleen het luistertoestel en de dynamowagen bleven in loodsen ter plaatse. Toen de aanval op Ockenburg begon, was het zoeklichtpersoneel daar derhalve niet meer aanwezig. Verder bevond zich op het hulpvliegveld nog een luchtwachtdetachement. Ongeveer 2 000 m ten noordoosten van het veld stond de 23e Bt.Lu.A. van de Lvd. Kr. Rotterdam/'s-Gravenhage in stelling, terwijl de commandopost van de C.-V-2 Lv.R. was gevestigd in een woning, ongeveer 750 m ten zuidwesten van het veld. Aan de zuidoostelijke zijde van het hulpvliegveld stonden vijf loodsen, die als volgt werden gebruikt loods C bij de toegang tot het veld, diende als wachtlokaal; de loodsen A en B dienden voor opslag van munitie en materieel van de bewape ningsdienst van het Luchtvaartbedrijf, alsmede voor legering van het personeel van deze dienst en van een deel van de bewakingscompagnie. In loods A bevonden zich verder nog de verschillende telefoonaansluitingen en de bureaus van luitenant Gautier en van het luchtwachtdetachement; de loodsen 1 Dit ontwikkelen en uitbreiden sloeg uiteraard op de luchtlandingstroepen, die eventueel door deze vliegtuigen zouden worden aangevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 551