536 Ockenburg en Valkenburg D en E werden tevens gebruikt voor legering van personeel der compagnie; de C.C. had zijn bureau in loods E. In het zuidelijke, het oostelijke en het noordelijke hoekpunt van het landingsterrein was in de vroege morgen van 10 mei een lt.mitr. opgesteld, waarbij dubbelposten waren van de wachtsectie. Van deze sectie stonden verder nog een post bij de toe gang tot het veld, een dubbelpost bij de vliegtuigen, een post bij de munitie- en materieelloodsen en een post op de naar het vliegveld leidende kunstweg bij de Kij kduinsestraat Op 9 mei had de Commandant van de Groep 's-Gravenhage van het Westfront Vg.H., reserve luitenant-kolonel der infanterie T. Beets, een bezoek gebracht aan de compagnie. In overleg met kapitein Boot was daarbij o.m. een opstelling voor de compagnie gekozen in de zuidoostelijke rand van het hulpvliegveld. Hoewel uit het vorenstaande kan worden afgeleid, dat de C.-Lvd. geen bevelsbe voegdheid had over het hulpvliegveld en de bewakingscompagnie aldaar, is de sa mensteller van dit boekwerk toch van mening, dat een korte beschrijving van de gebeurtenissen op dit hulp vliegveld, alsmede van die op het in aanleg zijnde vlieg veld Valkenburg - waarover de C.-Lvd. eveneens geen bevelsbevoegdheid had - binnen het bestek van dit boekwerk valt1. De nacht van 9 op 10 mei verliep zeer onrustig voor de bewakingscompagnie. Ver schillende posten hoorden verdachte geluiden en op verschillende plaatsen buiten het hulpvliegveld werden lichtsignalen waargenomen. Toen een uitgezonden pa trouille onverrichterzake terugkeerde en ook een persoonlijk onderzoek van de lui tenant-commandant van de wachtsectie niets opleverde, werd de Loosduinse poli tie gewaarschuwd. Omstreeks 1.00 werd de piketsectie gealarmeerd en de commandant van de rust- sectie gewekt. Tegen 2.00 loste de dubbelpost bij loods E een schot op gestalten, die men meende te onderkennen aan de overzijde van de sloot. Al deze voorvallen gaven een gevoel van onbehagen. Om 3.00 betrok de 22e Dep.Comp.Bew.Tr. de opstelling, die was voorgeschreven in geval van hoogste graad van strijdvaardigheid. De drie secties kwamen naast el kaar in stelling in een linie, die zich uitstrekte van de meest oostelijke punt van het vliegveld tot even voorbij de meest zuidelijke punt. De afrastering, de sloot en de loodsen lagen in de rug van de opstelling. In front hadden de mannen geen enkele dekking2. 1 Een uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen op en rond het hulpvliegveld Ockenburg en het vliegveld Valkenburg vindt men o.m. in Hoofddeel III, deel 4, onderdeel D van het Stafwerk 'De Strijd op Nederlands grondgebied tijdens de W.O. II', getiteld: 'De strijd tegen de luchtlandings troepen rondom 's-Gravenhage'. 2 De lt.mitr., opgesteld in het noordelijke hoekpunt van het landingsterrein werd pas na 5.00 ver plaatst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 552