537 Ockenburg en Valkenburg Nadat reeds in de loop van de nacht door het personeel van het luchtwachtdeta- chement talrijke radiomeldingen waren ontvangen, waaruit bleek dat grote aan tallen vliegtuigen van oost naar west over ons land vlogen, werden kort vóór zons opgang op grote hoogte boven Ockenburg vreemde vliegtuigen waargenomen. Een groot deel van het personeel van de rechter- en middensectie ging de loodsen binnen, vermoedelijk om zich aan vijandelijke luchtwaarneming te onttrekken. Of deze verplaatsing al dan niet geschiedde op bevel van de sectiecommandanten of van de C.C., kon niet meer worden nagegaan. Toen omstreeks 4.00 werd waargenomen, dat vliegtuigen bommen afwierpen bo ven het vliegpark Ypenburg, besefte een ieder, dat Nederland zich nu ook in oorlog bevond. Het op het hulpvliegveld aanwezige personeel volgde met gespannen aandacht en sombere voorgevoelens de zich in de omgeving van Ypenburg ontwikkelende lucht gevechten en het vuren van de 23e Bt.Lu.A. Om 4.45 landden kort na elkaar de D XXI'n, nos. 217 en 228, alsmede de Dou- glas-8A 3N'n, nos. 389 en 391 van V-2 Lv.R. op hethulpvliegveld. Munitie voor de vliegtuigmitrailleurs kon worden verstrekt, benzine was echter niet aanwezig. Plotseling verscheen een aantal laag vliegende Duitse jachttoestellen, die de op het landingsterrein staande vliegtuigen met hun boordwapens onder vuur namen. Niet lang daarna nam men enige transportvliegtuigen van het type Ju 52 waar, waaruit valschermtroepen afsprongen boven het duinterrein ten westen van het hulp vliegveld. De meest westelijk opgestelde sectie opende onmiddellijk het vuur op de valscherm troepen en de sectiecommandant stuurde - mede ter beveiliging van zijn linker flank - een patrouille, ter sterkte van één sergeant en zeven manschappen uit, in de richting van de gelande vijand. Luitenant Gautier waarschuwde onverwijld tele fonisch de C.-Lvd. terwijl een van de zojuist gelande vliegers zich per rijwiel op weg begaf naar de commandopost van de C.-R.Gr., om hulp te vragen. De overige bemanningsleden van de gelande vliegtuigen begaven zich naar de commando post van de C.-V.-2 Lv.R. in het bos van Ockenburg en vervolgens naar Rijswijk. De vijandelijke jachttoestellen zetten hun aanvallen op het hulpvliegveld voort, totdat omstreeks 5.20 achttien Junkers transportvliegtuigen neerstreken op het landingsterrein. Ongeveer een half uur later volgde nog een achttal van deze toe stellen. De uit de transportvliegtuigen komende luchtlandingstroepen openden on middellijk het vuur op de mannen van de bewakingscompagnie, die - met uitzon dering van het personeel van de linkersectie - in en om de loodsen samengroepten en weinig lust vertoonden om stelling te blijven nemen in het open terrein. Luite nant Gautier lichtte de C.-Lvd. telefonisch in omtrent de plaatsgehad hebbende landing en vertrok daarna per auto naar de commandopost van de C.-R.Gr., ten einde deze op de hoogte te stellen van de toestand op en om het hulpvliegveld. Ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 553