Ockenburg en Valkenburg Tot het invallen der duisternis werd doorgegaan met vuren. Gedurende de nacht werd het personeel van de Bollenschuur op verzoek van de commandant der aan wezige infanterie teruggetrokken, omdat het in het vuur van de eigen mitrailleurs was komen te liggen. Ook op 11 mei lag de Bollenschuur nog steeds in het schootsveld van de eigen mi trailleurs en mocht niet worden bezet. Het personeel verrichtte daarom patrouille diensten en ging op zoek naar in het dorp doorgedrongen Duitse troepen. Tegen de avond werd het auto-radiostation van de Spelderslaan weggehaald en achter de eigen vuurlinie in veiligheid gebracht. Op 12 mei lag de Bollenschuur nog steeds in het eigen schootsveld en het was voor lopig niet te verwachten, dat de Duitsers uit de duinen zouden worden verdreven. Daarom vorderde het hoofd van de Radio- en Elektrotechnische dienst een huis, dat het aanzien van een leegstaande villa werd gegeven, en bracht met een deel van het personeel het voor de Duitsers direct bruikbare materieel (zoals complete zend- en ontvanginstallaties, zendlampen, e.d.) van de Bollenschuur naar dit huis over. Het overige personeel nam, onder bevel van kapitein Van Gij en, op de Prinseweg in tweede lijn een stelling in tegen de verder in het dorp opdringende Duitse troe pen. Bovendien verleende het hulp aan de plaatselijke politie. Op 13 mei werden weer patrouillediensten verricht en werd deelgenomen aan plaatselijke gevechten. De evacuatie van het materieel uit de Bollenschuur werd voortgezet. Op 14 mei ontving ir.Liera, het hoofd van de Radio- en Elektrotechnische dienst van het A.H.K. een aanvraag voor het inrichten van een zestal lege Ford-bestelwa gens tot radiopost. Hij liet bedoelde auto's uit 's-Gravenhage ophalen en liet deze meteen het radiomaterieelvoor hetLv.B. meebrengen, dat op het laatste moment door de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (N.S.F.) nog naar 's-Gravenhage was verzonden. Begonnen werd de auto's in te richten, zoals was gevraagd. Na het bevel om de wapens neer te leggen, werd - op last van het A.H.K. - nog een installatie afgegeven voor verbinding van het Duitse gezantschap met Berlijn. Aan het einde van deze dag bleek, dat er bij beide diensten geen gewonden of ge sneuvelden waren te betreuren. Omtrent de belevenissen van het personeel te Warmond, waarover luitenant Otten het bevel had gekregen, kon uit de bewaard gebleven bescheiden weinig worden achterhaald. 551

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 567