Ockenburg en Valkenburg Korte nabeschouwing omtrent de gebeurtenissen op Valkenburg In de eerste plaats dient te worden gewezen op het feit, dat het piket en het rusten de gedeelte, die tezamen de algemene reserve vormden, hun opstelling bij de klei- dammen in strijd met de orders om 3-15 no§ niet hadden ingenomen. Deze re serve, ter sterkte van 180 a igo man, bevond zich ongeveer een uur later—toen de eerste bommen vielen - nog steeds bij hangar A3. Welk een funeste invloed een luchtbombardement kan hebben op het moreel van ongedekt opgestelde troepen bleek duidelijk in dit geval. Paniek, verwarring en een ordeloze vlucht waren er het gevolg van. Op de geringe vuurkracht van de reserve werd reeds gewezen. Alle automatische wapens waren ingedeeld bij het wachtgedeelte en stonden paars gewijze opgesteld rondom het vliegveld, over een frontbreedte van plm. 4 X 1 000 m. Het was dus uitgesloten, dat de commandant van het wachtgedeelte het vuur van de mitrailleurs tijdens het gevecht zou kunnen leiden of coördineren. In feite berustte alle verantwoordelijkheid voor het goede verloop van de vuurstrijd bij de onderofficieren en de korporaals, die commandant waren van de afzonderlijke mi- trailleuropstellingen, van wier initiatief, standvastigheid, verantwoordelijkheidsbe sef en leiderseigenschappen het wel en wee afhing van de gehele vliegveldbezetting. Evenals bij het hulpvliegveld Ockenburg had ook hier de beschikbare strijdmacht meer geconcentreerd moeten worden opgesteld. Bovendien was het onjuist dat alle It.mitrs. aan de reserve werden onttrokken, waardoor deze te weinig vuurkracht bezat. 552

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 568