Algemene oriëntering non zou hierbij als het ware de 'trait-d'union' vormen tussen het lichte geschut van 2 cm en het middelbare van 7.5 cm. Voor het richten was elk kanon afzonderlijk voorzien van een z.g. Goertz-corrector. De Zweedse fabriek kon echter geen orders aannemen, overstelpt als zij was met op drachten. Met veel moeite slaagde men er echter in om van een Poolse fabriek 36 in licentie gebouwde vuurmonden van hetzelfde model en kaliber te betrekken, die tussen mei en augustus 1939 in ons land aankwamen. Door hun grotere dracht (3 600 m) konden de kanonnen van 4 tl. 'kubiek gerekend' - een veel groter deel van het luchtruim bestrijken dan de kanonnen van 2 tl., terwijl zij bovendien nog op- hoger vliegende doelen konden schieten. De granaten (met een gewicht van 1 kg) hadden bij het treffen een belangrijk grotere uitwerking. In vergelijking tot de 2 tl. had de 4 tl. een groter gewicht en was niet zo snel wendbaar. Ook stelde het schieten op hoogten boven 2 000 m hogere eisen aan de richtmiddelen en aan de geoefend heid van het bedieningspersoneel. De kanonnen van 2 tl. en 4 tl. waren in die tijd de beste wapens voor de bestrijding van vliegtuigen, die beneden 3 000 m vlogen, en men had met het aanschaffen van deze vuurmonden ongetwijfeld een goede keuze gedaan. Dit blijkt ook wel uit het feit, dat beide typen vuurmond de standaardluchtdoelwapens werden van alle ge allieerde legers en vloten. Toen Polen ultimo september 1939 door de Duitsers onder de voet was gelopen, wa ren de bronnen tot het verkrijgen van nog meer kanonnen van 4 tl. van het type Bo- fors nagenoeg opgedroogd. Door Hongarije werden nog 10 vuurmonden van dit ty pe geleverd. Deze 10 ontving de luchtverdediging in de winter van 1939/1940. Duitsland sloot een contract voor de levering van 20 Rheinmetall-Borsig kanonnen met een kaliber van 37 cm, doch de Duitse regering verbood de verdere uitvoer, na dat drie van deze vuurmonden waren geleverd .Door gebrek aan geoefend personeel, zijn deze drie kanonnen in de meidagen van 1940 niet in actie geweest1. Enkele uitzonderingen daargelaten, waren de vuurmonden van 2 tl. samengevoegd tot pelotons van twee stukken, terwijl van de vuurmonden van 4 tl. batterijen van drie stukken waren geformeerd. Aangezien men met de 2 tl. en de 4 tl. echter machteloos is tegen vliegtuigen, die bo ven middelbare hoogte vliegen, kon bij de luchtdoelartillerie niet worden volstaan met licht geschut alleen. Daarom heeft de G.-Lvd. krachtig geijverd voor de aan schaffing van geschut van groter kaliber dan 4 cm. De 7.5 tl. In de jaren 1935 t/m 1939 was de luchtdoelartillerie uitgebreid met een beperkt aan- 1 Op 10 mei 1940 stonden zij opgesteld bij de haven van Scheveningen om aldaar te worden be proefd. 72

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 86