73 Algemene oriëntering tal batterijen van 7.5 cm Vickers ('7.5 tl. no. 1'). Elke batterij bestond uit drie vuur monden. Omdat bij het schieten op doelen op grote hoogten de kans op een voltref fer op een zich snel verplaatsend doel uiterst gering was, had men de granaten (met een gewicht van 6.5 kg) niet van een schokbuis voorzien, maar van een pyrotech nische tijdbuis. Deze bewerkstelligde de ontploffing van het projectiel op een van te voren op de buis ingesteld moment. Om de gewenste uitwerking te verkrijgen, dien de deze buis zodanig getempeerd te zijn, dat de afgevuurde granaat ontplofte op het moment dat zij het - zich intussen steeds verder bewegende - doel op slechts enkele tientallen meters passeerde. Alleen in dat geval zou van de ontploffing en van de daarbij in het rond geslingerde granaatscherven voldoende uitwerking kunnen wor den verwacht. Een dusdanig nauwkeurige ligging van het vuur en precisering van het springpunt konden op de grote schootsafstanden alleen worden verkregen, in dien plaats, koers en snelheid van het vliegtuig vrijwel foutloos werden gemetenhet punt van ontmoeting tussen projectiel en vliegtuig nauwkeurig werd berekend en de schietgegevens, benodigd voor het richten van de vuurmond en het stellen van de tijdbuis, feilloos werden bepaald. De voor deze metingen en berekeningen benodigde apparatuur was ingewikkeld en omvangrijk en kon niet worden aangebracht aan elke vuurmond afzonderlijk. Daar om waren alle richt-, meet- en rekentoestellen van de batterij verzameld en centraal opgesteld. Deze centrale vuurleidingsgroep zond de berekende schietgegevens langs electrische weg naar de vuurmonden. De kanonniers behoefden dus niet rechtstreeks op het doel te richten, doch hadden met hun handwielen alleen enkele electrisch be wogen wijzers te volgen. Het snel laden en afvuren werd vergemakkelijkt, doordat de kanonnen waren voor zien van een half-automatisch functionerend sluitstuk, waardoor het mogelijk was om de twee seconden een brisantgranaat te verschieten. De vuurleiding functioneer de echter niet, wanneer een vliegtuig lager vloog dan plm. 1 000 m of wanneer het - horizontaal gemeten - de batterij passeerde op een afstand van minder dan 1 000 m. De reden van deze beperkte bruikbaarheid van de vuurleiding was gelegen in de begrensdheid van het vermogen van de verschillende toestellen en overbrengingsin richtingen, wat een gevolg was van factoren van mathematische, mechanische en electrotechnische aard. Ook de draaisnelheid van de vuurmonden was aan grenzen gebonden, omdat de voor het bewegen van de loop dienende apparaten met hand kracht moesten worden bediend. Ondanks deze beperkingen betekenden de batterijen van 7.5 tl. een buitengewone aanwinst voor onze luchtverdediging. Daarom werd - nadat zestien batterijen in En geland waren besteld - besloten om nog een aanzienlijk grotere hoeveelheid van dit geschut in eigen land aan te maken. De vuurmonden zouden hier te lande in licentie worden vervaardigd, terwijl voor de vuurleiding gebruik zou worden gemaakt van een eigen Nederlandse constructie. De desbetreffende toestellen zouden vol-automa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 87