74
Algemene oriëntering
tisch worden en -eenmaal gereed - de meest moderne ter wereld zijn. Dit alles klonk
zeer opwekkend en hoopvol, maar helaas zou e.e.a. heel anders uitvallen.
In juni 1939 werden de eerste kanonnen van 7.5 tl. van Nederlands fabrikaat afgele
verd en van dat tijdstip afkon er elke maand een aanwinst worden geboekt van 9
vuurmonden. De hoofdconstructeur van de nieuwe vuurleidingstoestellen werd
echter ziek, terwijl door een constructiefout in de door de Artillerie Inrichtingen ge
fabriceerde tijdbuizen bovendien de productie van dit onontbeerlijke onderdeel der
luchtdoelmunitie tot stilstand kwam.
Het gelukte tenslotte om acht batterijen van het nieuwe Nederlandse geschut te com
pleteren door evenzo vele vuurleidingstoestellen te onttrekken aan de nog in de be
wapening opgenomen oude kanonnen. Ruim 100 moderne luchtdoelvuurmonden
verdwenen echter in de magazijnen. Zij dienden tijdens de gevechtsdagen in mei
1940 niet de Nederlandse of geallieerde zaak, doch (later) wel die van de vijand.
Evenzo verging het de hier te lande aangemaakte brisantgranaten voor de 7.5 tl., die
niet konden worden gebruikt, omdat de voor hun completering benodigde tijdbui
zen ontbraken.
De mislukking van het aanbouwprogramma voor de 7.5 tl. dwong tot aankoop in het
buitenland. Met Duitsland werd een overeenkomst gesloten voor de levering - bin
nen zes maanden van 20 batterijen, elk bestaande uit vier Skoda-vuurmonden
(Tsjecho-Slowakije) met een kaliber van 7.5 cm. Deze vuurmond werd officieel be
titeld met '7.5 tl. no. 2'. De Duitse regering verbood echter de verdere uitvoer van
dat geschut, toen drie batterijen waren afgeleverd.
De vorenstaande gegevens en ook verschillende van de hierna nog volgende, zijn ont
leend aan het boek van S. H. Hoogterp1 'Strijd om ons Luchtruim', waarin in het bij
zonder werd beschreven de geschiedenis van de luchtdoelartillerie in de meidagen
van 1940, alsmede de technische, de tactische en de organisatorische opbouw van dit
wapen gedurende de mobilisatieperiode. Zij tonen aan dat de opbouw van de lucht
doelartillerie in feite heeft plaats gevonden tijdens de mobilisatieperiode, een tijd,
die daartoe allerminst geschikt was. Hierbij kwam nog, dat tijdens deze opbouwperi-
ode een deel van Europa in vuur en vlam stond en alle Europese landen, zonder eni
ge uitzondering, koortsachtig werkten aan de verbetering en de uitbreiding van de
bewapening van hun strijdkrachten, waardoor het uiterst moeilijk werd om nog wa
pens uit het buitenland te betrekken. Zich in tijden van internationale spanning ver
laten op licentiebouw, de fabricatie van een verbeterde tijdbuis opdragen aan de
weinig ervaring en geringe capaciteit bezittende Nederlandse wapenindustrie en het
aanbouwprogramma - voor wat de vuurleiding betreft - afhankelijk stellen van één
Deze officier was als luchtdoelspecialist verbonden aan het Commando Luchtverdediging en
stelde vele gegevens contemporain te boek.