75 Algemene oriëntering hoofdconstructeur, is funest gebleken. Hier heeft de zuinigheid de wijsheid bedro gen. Hoe was het gesteld met het oudere luchtdoelgeschut en de luchtdoelmitrailleurs? De io tl. De to tl. (één batterij a 3 vuurmonden) was in 1925 van de Koninklijke Marine overgenomen. Deze kanonnen waren oorspronkelijk bestemd voor de bewapening van een in het laatste jaar van de mobilisatie 1914/1918 op stapel gezette kruiser. De vuurmond was geplaatst op een bedding van beton en derhalve niet mobiel. Door toevoeging van een vuurleidingstoestel werd de batterij omstreeks 1936 enigszins ge moderniseerd. De 7 tl. en de 6 tl. De vuurmonden van 7 tl. en van 6 tl. waren totaal verouderd. Het waren oorspron kelijk kazemat-vuurmonden, die in 1918, respectievelijk in 1917, geschikt waren ge maakt voor de bestrijding van luchtdoelen. In 1933 werden deze vuurmonden ge monteerd op kanon-aanhangwagens en zo mobiel gemaakt. De batterijen, die met dit geschut waren uitgerust, werden in 1935 voorzien van reeds verouderde vuur leidingstoestellen, die in de jaren tussen 1920 en 1930 waren geconstrueerd. Er is ge tracht deze batterijen te voorzien van een modern Vickers vuurleidingstoestel, maar deze poging strandde op niet te overkomen technische moeilijkheden. De mitrailleur M.25 De mitrailleur M.25 was van het type Spandau. Hij had eens deel uitgemaakt van de bewapening van het Duitse leger en een groot aantal van deze mitrailleurs was door de Duitsers in Limburg achtergelaten bij hun terugtocht in 1918. De Nederlandse regering heeft deze toen gekocht en bestemde ze in 1926 voor de luchtdoelartillerie, ten einde bij mobilisatie te dienen als hoofdbewapening voor de alsdan te formeren pelotons en compagnieën luchtdoelmitrailleurs. Voorts werden aan elke batterij middelbaar luchtdoelgeschut (6 tl. en groter kaliber) organiek twee van deze mitrail leurs toegevoegd, ter bestrijding van laag vliegende, aanvallende vliegtuigen. Nagenoeg alle mitrailleurs M.25 waren in 1917 gefabriceerd, hadden aan Duitse zij de de Eerste Wereldoorlog meegemaakt enwarenin 1940 dus niet alleen 23 jaar oud, maar ook versleten. Het aantal storingen aan deze wapens was tijdens de gevechts- dagen van mei 1940 dan ook legio. Van de bedieningsmanschappen werd het uiter ste gevraagd aan inzicht en technische vaardigheid om de wapens telkens weer aan de gang te brengen. Dikwijls stonden zij voor een vrijwel hopeloze taak.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 89