- 5 -
Nederland te komen. Eind oktober kon een geëmotioneerde Charley-
Taylor weer voet zetten op zijn eigen B-24.
Terwijl de Genie en Zuiderzeewerken samen verder bouwden aan
de dam, werkte de KLu Bergingsdienst samen met de Gravendienst van de
Landmacht op het wrak om de stoffelijke resten te bergen. Na drie we
ken zwoegen in de kou, water en modder werden de stoffelijke resten
van de vijf slachtoffers geborgen. Vier van hen zijn in Amerika begra
ven, de vijfde is op verzoek van de familie gecremeerd.
Ondertussen was de dam zo ver gevorderd dat het laatste stuk
kon worden overbrugd door pontons. Aan het eind daarvan werd een
zandeiland gemaakt om van daar af te kunnen bergen. De berging zou
gebeuren met Leopard bergingstanks die met lieren het vliegtuig uit
de zachte modder zouden trekken. In december was het zo ver. Stalen
kabels werden op de stevigste plaats om de vleugel gelegd en de lie
ren werden aangezet. Jammer genoeg lukte het niet goed de eerste keer
en kwamen alleen de linker vleugel en de linker buitenmotor naar het
werkeiland. De volgende dag lukte het wel en langzaam maar zeker
kwam de gehele vleugel met motoren en delen van de romp naar het
werkeiland: 23 meter vleugel aan een stuk, zofn 50 h 60 ton dood ge
wicht. Eenmaal op het eiland werd het geheel met de tanks afgevoerd
naar de dijk. Hier werd het, jammer genoeg, in stukken gehakt en met
grote opleggers naar Gilze - Rijen gebracht. Eén van de grootste ber
gingsoperaties in de IJsselmeerpolders was volbracht.
En nu liggen dan stukken van deze B-24 in ons museum. Boven
staand verhaal lezend, zult u het met mij eens zijn dat het niet zo
maar wat schroot is dat daar ligt. Net als achter alles wat in ons
museum staat, zit er een geschiedenis achter, een menselijke geschie
denis. Juist dat alles maakt een museum, ook ons Militaire Lucht
vaart Museum, zo boeiend en een bezoek meer dan waard.
G.J. Zwanenburg (Kon. Luchtmacht
Identiteits- en Bergingsofficier)
VAN DE VOORZITTER
Terugblikkend op het achter ons liggende jaar, kunnen wij vast
stellen dat het de stichting redelijk goed gaat. Het donateurstal
groeit langzaam maar gestaag. In 1982 was de stichting vertegenwoor
digd op een aantal luchtvaartevenementen, zoals de KLu Open Dag, de
aanbieding van de Fokker-fotogalerij aan het museum, de Open Dag van
de Anthony Fokker School en de jaarvergadering van de Ned. Vereniging
van Amateur Vliegtuigbouwers. Steeds werd de gelegenheid benut om
meer bekendheid te geven aan onze stichting en daarmee tevens nieuwe
'vrienden' te werven.
Dank zij uw donaties, een belangrijke bijdrage van één onzer
vrienden en de flinke som geschonken door Sq 320 van de MLD kreeg de
stichting financieel wat meer armslag. Ook de opbrengst van het met
veel enthousiasme opgezette winkeltje en de giften in het 'offerblok'
in het museum vertonen een stijgende lijn. De kaspositie stelde ons in
staat het museum bij het afscheid van zijn directeur Lt-Kol Coolen te
verrijken met twee schilderijen uit de Cor Hermeier tentoonstelling als
waardering voor het vele belangrijke werk dat de heer Coolen voor het
museum en onze stichting heeft gedaan.
Ook konden wij het College van Advies in ons midden verwelko
men. Uit de eerste gedachtenwisseling bleek duidelijk dat het college
een waardevolle bijdrage kan leveren in het werk van de stichting.
Gaarne namens het bestuur mijn hartelijke dank aan allen die
zich met grote toewijding, werklust en vindingrijkheid hebben ingezet
voor de stichting. Wij rekenen ook in 1983 op u en andere enthousias
ten. De stichting kan nog veel voor ons museum doen; ik noem slechts
een catalogus, het winkeltje, donateurswerving ('met meer vrienden
meer mans';, assistentie op feestdagen etc. Laten wij met elkaar deze
zaken aanpakken en proberen 1983 tot een actief en succesrijk jaar te
maken voor de stichting. Ik wens u tenslotte een gelukkig en voor
spoedig Nieuwjaar toe.
H. Dieters