Na een ongeluk met een Britse Mitchell dat werd gekapt. Ook beoefenden we Gee-H, het werpen van bommen met radar, zodat we blind konden gooien, handig bij slecht weer. In die tijd werd ineens het kamp gesloten verklaard. Dan waren we geconsigneerd. Dat hadden we ook op Dunsfold beleefd. Het werd zo'n routine dat toen D-Day werkelijkheid was, we het niet eens zo speciaal vonden. Ons verlangen naar Dunsfold's boszoom groeide naar mate de tijd verstreek en vooral toen de koks ons vergasten op gratis diarree, waardoor het squadron voor meer dan 24 uur- platlag. Terug op Dunsfold voerden we menig operatie uit tegen kustbatterijen of bombardeerden we spoorcentra. Dan gingen we met zo'n 72 of meervliegtuigeneropaf,vliegend in box-for maties van 6 die dan aaneensloten om een mooi sluitend bommempatroon te krijgen. Zo vertrokken de vliegtuigen van diverse velden, klommen naar de operationele hoogte, meestal 10.000 voet of zo, waar na we rendez-vous maakten met de fightersquadrons die ons moesten escorteren. Dat was secondenwerk, omdat de fighters meestal krap in hun benzine zaten. Zo'n 1 5 mijl buiten de Franse kust begonnen we met koers en hoogteveranderingen de vijandelijke radars te misleiden. Maar foppen konden we hen niet vaak, want dat was te zien als het flak opkwam. Dan vergroot ten de fighters meteen hun afstand en bleven nieuws gierig toekijken wat er met ons gebeurde. Onze afwij kende manoeuvres werden dan feller, maar er doorhéén moest je. Een ieder zat dan in zijn stinkerd, vooral wan neer de zwarte puffen gele harten kregen en je de smerige lucht van kordiet rook. Het was een verade ming wanneer het doel in zicht kwam en de leidende waarnemer de bommem-run begon. Op zijn comman do drukten ook wij op de afvuurknoppen en dan be gonnen onze bommen hun laatste rit. Het gaf altijd een prettig gevoel wanneer het patroon over het doel ging en de wolken het geheel bedekten, maar dan was het 'wegwezen geblazen'. Als er tijdens de run flak was, was het zaak zo'n kort mogelijke aanval te doen, want de Duitse kanonnen konden binnen 20 seconden of korter dekkend schieten. Er is geen ellendiger gezicht, noem het 'rotgezicht' dan, wanneer een vliegtuig uit de formatie werd geschoten. Helaas gebeurde dat maar al te vaak, ook boven Normandië. Was dit een dagoperatie, anders ging het toe met de nachtoperaties, die wij individueel vlogen. Tijdens de landingen en erna vormde een Mitchell met een Mos quito een team; de Mitchell had dan parachutefakkels bij zich die in een bos van 9 tegelijk konden worden afgeworpen. De Mosquito vroeg ons die boven een bepaald doel af te werpen, waarna hij ten aanval ging. Zodoende hielpen wij troepen verplaatsingen 's nachts onmogelijk te maken. Ook kregen we 's nachts op drachten om speciale doelen te bombarderen. Toen wij op 6 juni 's ochtends van onze operatie terugkwamen, waren we er natuurlijk vol van zoveel schepen in 'Het Kanaal' te hebben gezien. We hadden ook de eerste golf para-vliegtuigen met zweefvliegtui gen richting Normandië zien gaan. Een onbegrijpelijk grote vlieg- en vlootschouw, die daarna nooit meer kon worden gezien. Uiteraard hadden we metonze Mitchells successen en ook miskleunen. Maar dat de 'medium bombers' van Group gezien waren bij de landmacht, blijkt wel uit htsi feit dat we meer dan eens op nog geen kilometer van eigen troepen steun mochten verlenen. Dat gebeurde ook bij de aanval op de staalfabrieken van Colombel- les bij Caen. Meteen nadat in een paar minuten meer dan 80 vliegtuigen hun bommen hadden geworpen, marcheerden de 51ste Highlanders met doedelzak ken voorop naar de vijand die ze geheel ontredderd aantroffen. Ook het bombardement op het pantzer- hoofdkwartier in La Caine was een 'topper', toen 320 ook de leiding had van de operatie en de generaals met hun staf gedurende het avondeten met series 500ponds bommen werden verrast. Enfin, er is toen veel gebeurd wat Nederlanders die bezet waren niet konden weten. Maar 320 was er steeds bij, ook bij de doorbraak bij Falaise en daarna bij de opmars, totdat die stil kwam te staan bij de grote rivieren. Ook bij Arnhem en N ijmegen vloog 320 operc ties. Jammer dat de geallieerden toen niet wat mee, geluk hadden. In oktober 1944 verhuisden we naar Brussel en maak ten ook het Rundstedt-offsensief in de Ardennen mee. In het voorjaar van 1945 voerden we operaties uit tegen de steeds teruggedrongen Duitsers, verhuisden nog in april 1945 naar Achmer bij Osnabrück, waar we in onze tenten VE-day mochten vieren." Aldus onze DrieTwintiger. D-Day betekende de bevrijding van West-Europa en dusookvan Nederland. Dat gaf erg veel vreugde, maar ook erg veel leed. Meer dan de helft van het vliegend personeel dat zo graag had willen thuis komen, keerde niet terug. Verloor 320 toen het in Coastal Command zat 21 Hudsons, bij de 2nd TAF verloor het 33 Mit chells. Cijfers zeggen vaak weinig, maar in dit geval een heleboel. Wanneer U nog eens in ons museum voor onze Mitchell komt te staan die mag dan wel nie" van 320 zijn geweest, maar wat doet dat ertoe?dan komt misschien wat van het bovenstaande terug. Wel licht bezint U zich dan op het feit dat het 40 jaar gele den op 6 juni D-Day werd, waardoor we onze vrijheid herkregen en waardoor we nu 'kunnen doen wat we willen' Bij de herdenkingshoek krijgt U goede voor nemens Die zou U moeten proberen waar te maken. Velen van hen, die niet terug kwamen mocht ik ken nen. Hun goede voornemens konden zij nimmer uit voeren, want zij liggen langs de weg die 320 in de oor log volgde: Ierse Zee, Noorse wateren, Schotland, Noordzee, Zuid-Engeland, Het Kanaal, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland of .nergens, omdat men nooit iets meer terugvond. H. J. E. van der Kop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1984 | | pagina 4