i*. minees van het Dikke Schip, zoals de Doorman werd genoemd, kwamen hun schapen nog eens de hand drukken en van gedachten wisselen en dat gold ook voor Pater Piet en oud commandant v. Oostrom Soede RMWO In het begin liep men wat zoekend rond, sommigen ge noten van het fraaie weer, anderen kuierden door het museum, maar alras kwam de stemming erin, toen de fotograaf de stellages liet bemannen om massafoto's te maken, hetgeen werd ingeleid door de tamboers en pijpers van de Mariniers die de schare met het blazen van "vliegrol" voor de buitenstaander is dat de deun "daar komt een vogel gevlogen"zoveel mogelijk naar buiten hadden gelokt. Het voormalig vliegkampschip HR. MS. KAREL DOORMAN op volle zee, met aan dek de Grumman S 2A Tracker en Sikorsky S-58 Vele reünisten hadden toen al elkaar gevonden en zo doende mengde men zich, uit welke tijd men ook aan boord was geweest, aan de bars en in de rij voor de lunch, om vervolgens van de ene hal naar de andere te gaan, daar de film over hun schip te zien en daarna weer bij te komen in de zon met een glas bier in de hand en in de andere een plastieken tas met bij de stands gekochte attributen. Aldus waren er verhalen over Barracuda's, over Fireflies, Trackers, Seafuries, over Avengers en heli's en uiteraard ook over de Sea Hawk, de enige straaljager die onze Marine kende. Maar er waren ook gesprekken over "de hap aan boord" (de befaamde rijsttafel), de abominabele ac commodatie en de vele buitenlandse bezoeken. Jammer genoeg had de geluidsinstallatie van het mu seum niet voldoende vermogen om 1000 man toe te spreken, zodat de beoogde propaganda voor ons museum "in het water viel". Maar waar men zich ook bevond, er was alle lof voor het gebodene, zodat van menig kant klonk "Hier komen we nog eens met moeders en de jongelui rustig kijken". En wat nóg indringender klonk was "Hoe kón onze Marine het nu, na deze glorieuze dag, nog zonder schip doen dat Karei Doorman heet". En nu als reünist sprekend zeg ik graag "Dank aan allen die het hunne tot deze reünie bijdroe gen". En als organisator zeg ik nu al een bedrag van zo'n f1.800 toe, komend uit de reunisten-pot, dat ten goede komt van ons museum. H. J. E. van der Kop NIEUWSBRIEF JES Onze voorzitter over "HET STICHTINGSWINKELTJE" In de "Nieuwsbrief" van januari 1984 vroeg ik om meer vrijwilligers voor de nieuw in te richten winkel van onze Stichting in het Museum. Dank zij de grote medewer king van de Museumleiding en veel timmerwerk door enkele museummedewerkers, is de nieuwe opzet van onze winkel nu gereed. Het resultaat is ongetwijfeld zeer geslaagd te noemen. De 65 jaar oude winkeluit stalkasten, afkomstig uit de inventaris van de vroegere slijterij van de grootvader van een onzer medewer kers, de heer De Roos, doen het als aankleding bijzon der goed; zij geven de winkel een historisch tintje, goed passend in de museumsfeer. Naast de uiterlijke verfraaiing is er het voordeel van een eenvoudiger bedrijfsvoering. Doordat de winkel ge heel afsluitbaar is, kan na sluitingstijd de koopwaar ter plaatse blijven; het moeizaam heen en weer sjouwen met de artikelen zoals tot nu toe noodzakelijk, kan nu achterwege blijven. Derhalve voor onze "verkoper een belangrijke vereenvoudiging van werkzaamhedei ik meen dat hierdoor een "drempel" voor een aantal potentiële vrijwilligers is weggenomen. Ik herhaal daarom gaarne mijn oproep van het begin van het jaarhelp ons door u als vrijwilliger in te zetten in de stichtingswinkel. De mensen van de werkgroep verkoop zullen met veel plezier uw naam toevoegen aan de vrij lange lijst - maar nog niet lang genoeg - van assistenten en proberen u in te delen, rekening hou dend met uw tijdsvoorkeur. Ziet u zelf geen mogelijk heden dan kunt u wellicht iemand in uw omgeving enthousiast maken voor dit vrijwilligerswerk dat zo'n wezenlijke bijdrage vormt voor de activiteiten van onze Stichting Vrienden. De ervaring leert dat het werken in de winkel, uitge voerd met voortvarendheid en geestdrift, leidt tot ple zierige contacten tussen bezoeker en verkoper, geba seerd op de wederzijdse belangstelling voor het fraaie museumgebeuren. Daaruit kan ook de interesse vor onze Stichting worden overgebracht en gestimuleero. De mond tot mond propaganda is nog steeds de beste manier van donateurs )werving.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1984 | | pagina 6