zijn klimvermogen was buitengewoon goed. In juli
1942 werd door de Air Fighting Development Unit van
de RAF meteen Spitfire Mk.lX tegen een per ongeluk in
Engeland gelande Focke Wulf FW 190 gevlogen. Uit
de tests bleek dat de twee vliegtuigen vrijwel gelijk
waardig aan elkaar waren en dat in een luchtgevecht
de overwinning zou gaan naar de partij die bij de aan
vang het tactische voordeel had en dit wist te behou
den. Door de uiterlijke overeenkomst met de Mk.V was
het voor Duitse vliegers bijzonder moeilijk om in de
lucht een Mk.lX van een Mk.V te onderscheiden. Elke
Spitfire kon een Mk.lX zijn en moest met de nodige
voorzichtigheid behandeld worden.
De Spitfire Mk.lX werd geproduceerd in diverse uitvoe
ringen met verschillende versies van de Merlin motor.
De LF.IX low-altitude fighterwerd aangedreven door
de Merlin 66, een motor die de beste prestaties lever
de tussen de 850 en 4200 meter. Bijna alle LF.IX's
opereerden met de zogenaamde „clipped wing". De
voor de Spitfire zo karakteristieke ronde vleugeltips
werden verwijderd, een modificatie waardoor de rol-
roeren op lagere hoogte effectiever waren.
De F.IX medium-altitude fighter) was uitgerust metde
Merlin 61, 63 of 63A. De HF.IX high-altitude fighter)
met als krachtbron de Merlin 70 had een topsnelheid
van 652 km/u en het operationele plafond lag op zo'n
14 kilometer hoogte.
Gedurende de tijd dat de Mk.lX in produktie was, heb
ben er een aantal veranderingen en verbeteringen aan
het toestel plaats gevonden. De eerste verandering
aan het uiterlijk van de jager was een groter en meer
puntig richtingsroer. In 1 944 werd de universele zgn.
„C" vleugel vervangen door de „E" vleugel. De „C"
vleugel kon men bewapenen met acht 7.7 mm Browning
mitrailleurs, of zoals bij bijna alle Mark IX's het geval
was, met een combinatie van twee 20 mm Hispano
Suiza kanonnen en vier 7.7 mm mitrailleurs. In de „E"
vleugel werden de vier 7.7 mm Brownings vervangen
door twee 1 2.7 mm mitrailleurs.
Latere produktie Mk.lX's hadden twee extra brandstof
tanks met een gezamenlijke capaciteit van 340 liter in
de romp gemonteerd.
Tenslotte werd het achterste gedeelte van de romp ver
laagd en werd een druppelvormige cockpitkap ge
plaatst, die het uitzicht naar achteren aanzienlijk verbe
terde.
Een groot gedeelte van de Mark IX rompen werd vanaf
september 1944 uitgerust met de Merlin 266. Dit was
een Merlin 66 onder licensie vervaardigd door de
Packard Motor Company te Detroit in de Verenigde
Staten. De Packard Merlin 266 verschilde slechts in
detail van zijn Rolls Royce tegenhanger; toch werd een
nieuw Mark nummer geïntroduceerd voor de Spitfires
die er mee waren uitgerustde Mark XVI.
In totaal rolden er 5665 Spitfires Mk.lX van de produc
tie-lijnen 1255 HF.IX's, 4010 LF.IX's en 400 HF.IX's
Het leeuwedeel van de Mk.lX Spitfires kwam uit de
Castle Bronwich fabriek. Van de Spitfire Mk.XVI wer
den er 1054 geproduceerd. Alles bij elkaar zijn er ook
nog 280 Spitfires Mk.V omgebouwd tot Mark IX's.
Een aantal landen schafte zich tijdens of na de tweede
wereldoorlog Spitfires Mk.lX aan, waaronder Frankrijk,
België, Denemarken en Tsjecho-Slowakije. De SowIa»
Unie ontving in de periode 1943-1945 1186 LF.IX's
2 H F.IX's. Ook de Nederlandse Luchtmacht schafte na
de oorlog Spitfires van het type Mark IX aan. In totaal
zijn het er 58 geweest.
Deze kunnen we opsplitsen indriegroepen 35 LF.IX's
die in Nederland bij de Jachtvliegschool en 322 Squa
dron gevlogen hebben, 3 T.9's of de zogenaamde
„duals" en 20 LF.IX's die in Nederlands-lndië dienst
hebben gedaan.
We beginnen maar eens met de laatste groep, de LF.
IX's voor Nederlands-lndië. Op 16 mei 1947 werden 26
Spitfires uit de dumpvoorraden van de RAF gekocht.
Na getest te zijn, werden deze Spitfires gedeeltelijk uit
elkaar genomen, in kratten gepakt en vervolgens per
schip naar Indië getransporteerd. Zes van de Spitfires
werden echter eerst in Nederland afgeleverd. In Indië
hebben de Spits bij 322 Squadron gevlogen dat daar
naartoe was gestuurd om de ML-KNIL te versterkt
Vooral tijdens de tweede politionele actie zijn de Sh
fires veelvuldig ingezet. Men verleende hoofdzakelijk
luchtsteun aan de grondtroepen. Op 1 september
1949 beëindigde 322 zijn vliegoperaties aldaar en
keerde het squadron naar Nederland terug. De door
322 gebruikte Spits werden nagezonden en hebben
vanaf mei 1950 opgeslagen gestaan in de haven van
Rotterdam. Deze Spitfires hebben dus nooit in Neder
land gevlogen. In april 1952 zijn ze uiteindelijk door de
Belgische regering gekocht.
Vervolgens de „duals". Op 26 maart 1948 arriveerden
op Twenthe drie Spitfires T.9. Dit waren de enige Ne
derlandse Spitfires die rechtstreeks bij de Vickers-
Supermarine fabrieken gekocht werden. Het waren tot
tweezitters omgebouwde standaard LF.Mk.lX Spitfires.
De voorste cockpit werd een kleine halve meter naar
voren geplaatst om zo ruimte te scheppen voor een
tweede cockpit waarin de instructeur plaats had. Deze
duals hadden nagenoeg dezelfde prestaties als
eenzitters.
Tenslotte kijken we naar de Spitfires die zowel bij de
Jachtvliegschool (JVS) als bij 322 Squadron gevlo
gen hebben. Ook zij kwamen als tweede-handsjes bij
de RAF vandaan. De eerste werd op 25 juni 1946 bij de
JVS te Twenthe in gebruik genomen. De taak van de
JVS bestond in de beginperiode vooral uit het trainen
van de vliegers die met 322 Squadron naar Indië
zouden gaan.
Er ging nogal eens wat mis met de Spitfires. Een groot
aantal afschrijvingen door de loop der jaren is hiervan
het gevolg geweest. Het meest tragische ongeval vond
plaats op 1 8 november 1948 toen de H-33 op Twenthe
een duikvlucht te ver doorzette, tegen de grond sloeg
en vervolgens tegen het vliegdienstgebouw explo
deerde. Naast de vlieger kwamen ook drie burgeramb
tenaren om het leven.
wordt vervolgd