dient aangifte te worden gedaan bij de PTT. Een kopie van deze aangifte dient aan de uitgever te wor den gezonden, waarna herzending volgt mits voor radig - Bestellingen gedaan door leden van de kring van veldpost-filatelisten dienen ZELF te reklameren vol gens bovenstaande regeling. - Van bovenstaande regeling wordt niet AFGEWEKEN - Klachten over verzending H. J. de Jong, P. de Hooghstraat 19, 3202 TW Spijkenisse DE VLIEGTUIGEN van het MILITAIRE LUCHTVAART MUSEUM De 'De Havilland DH-82A Tiger Moth' KLu reg. A-10, constr. nr. 86627, RAF ser. PG690 Voor deze alweer 8e aflevering van de serie 'De vlieg tuigen van het Militaire Luchtvaart Museum', heb ik mijn keuze laten vallen op de Tiger Moth. Een lesvlieg- tuig waarin menig luchtmachtman, na de tweede we reldoorlog, zijn luchtdoop ontving. Zestien jaar lang waren de Tigers een bekende verschijning op de KLu- velden. Ja, zelfs in Nederlands-Nieuw Guinea NNG hebben er nog twee hun goede diensten bewezen. Van de ruim 8200 in Engeland, Canada, Australië en Nieuw Zeeland gebouwde Tigers, vliegen nog steeds enkele tientallen. In Nederland is o.a. de Vliegclub Gilze-Rijen in het bezit van een vliegwaardig exemplaar. Naast het Mili taire Luchtvaart Museum bezit ook het Nationaal Lucht en Ruimtevaart Museum Aviodome een ex KLu Tiger, de A-38. Om een meer verantwoorde historische presentatie van de MLM-vliegtuigen te verkrijgen, werd begin dit jaar de A-10 van hal-B verplaatst naar de Generaal C. J. Snijdershal en opgesteld naast zijn grotere broer de 'De Havilland DH-89B Dominie'. Geschiedenis van de 'De Havilland DH-82 Tiger Moth De DH-82 werd ontwikkeld uit de DH-60 Moth en .reeg in eerste instantie de aanduiding DH-60T Tiger Moth. Na het aanbrengen van een aantal wijzigingen kreeg het de definitieve aanduiding DH-82 Tiger Moth. De eerste vlucht van de DH-82 vond plaats op 26 oktober 1931Nog dat zelfde jaar werd de Tiger Moth door de Royal Air Force RAFals standaard lesvlieg- tuig uitgekozen en een eerste contract afgesloten voor de levering van 35 toestellen. Bij het uitbreken van de oorlog met Duitsland beschikte de RAF over ruim 1000 Tigers verdeeld overde Elementary and Reserve Flying Training Schools. Op deze vliegscholen werden de toekomstige RAF-vliegers de eerste beginselen van het vliegen bijgebracht. Andere landen die inmiddels bestellingen hadden ge plaatst warenBrazilië, Canada, Denemarken, Irak, Iran, Portugal, Spanje, Uraguay en Zweden, voorts wer den licentie contracten verleend aan Noorwegen, Por tugal en Zweden. In Canada begon men in 1937 met de licentiebouw voor de Royal Canadian Air Force (RCAF), en het toestel bleef hier tot 1945 in produktie. De Australi sche licentie-productie, bestemd voor de Royal Austra lian Air Force RAAFRoyal New Zealand Air Force RNZAFIndian Air Force en voor de Empire Air Training Schools in Zuid-Rhodesië en Zuid-Afrika, startte in 1939. Een door Nederlands-lndië, in Australië geplaatste be stelling voor het Vrijwillig Vlieger Corps (WC) kon slechts ten dele worden uitgevoerd. Tenslotte bouwde New Zealand ook zelf nog een aantal toestellen voor de RNZAF. Na de tweede wereldoorlog werden de RAF Tiger Moths voornamelijk ondergebracht bij de University Air Squadrons en de Royal Air Force Volunteer Reser ve RAFVRFlying Schools. De Tiger Moth in dienst bi] de Koninklijke Luchtmacht. Door de enorme verwoestingen alsmede het grote ge brek aan grondstoffen stond Nederland na beëindi ging van de tweede wereldoorlog voor de bijna onmo gelijke taak van wederopbouw. Bij de pakken neerzit ten lag echter niet in de aard van ons volk en met voort varendheid, daarbij gesteund door de bondgenoten Deze serie staat onder redactie van Koos van den Berg. Voordat de Tiger Moths' kanariegeel werden geschilderd vlogen ze enige tijd in de standaard RAF camouflage kleuren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1985 | | pagina 3