werden de zaken aangepakt. Het Directoraat Luchtstrijdkrachten, in de oorlog ge vormd in Londen, kreeg tot taak de wederopbouw van de Luchtstrijdkrachten te coördineren en gestalte te geven. Geen gemakkelijke taak, te meer daar ook de ML-KNILdewenste kennen had gegeven te willen be horen tot één Rijksluchtmacht. Het past echter niet Om te komen tot een zinvolle opbouw van een lucht- wapen, moest men beschikken over een gedegen op leidingsapparaat Teneinde aan het gestelde te kun nen voldoen werd in 1946 door de Nederlandse rege ring een overeenkomst aangegaan met het Britse goevernement voor de levering van een groot aantal voornamelijk les- en oefenvliegtuigen, bijna 500 in ge tal. Onder de te leveren toestellen bevonden zich 56 De Havilland DH-82 Tiger Moths, bestemd voor de ele mentaire vliegersopleiding. De eerste 36 toestellen werden in de loop van 1946 overgedragen, de laatste 20 kwamen op 12 februari 1947 met M.S. Ponto van de gelijknamige maatschappij uit Zaandam in Nederland aan. Na geruime tijd op Woensdrecht bij de elementaire vliegersopleiding in gebruik te zijn geweest, werden ze voor die taak in 1952 vervangen door de Fokker S-11 hetgeen niet wil zeggen dat de Tiger aan de kant werd gezet. Ondermeer als sleepvliegtuig voor zweefvliegtuigen bleef het nog vele jaren goede diensten bewijzen. Zelfs in Nederlands-Nieuw Guinea waar in begin 1961 dc A-4 en A-29 arriveerden, werd menig sleeptrekje ge maakt. Uitgezonderd voor de A-4 en A-29 viel in 1961 het doek voor de KLu Tigers. De twee in NNG ver blijvende toestellen mochten wat langer mee. Maar na de overdracht van NNG aan de Verenigde Naties (VN werden ook zij buiten dienst gesteld. binnen het kader van dit Tiger Moth verhaal daar dieper op in te gaan. De A-38 staat in het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Museum 'Aviodome' te Schiphol De A-10. hier nog in de technische hal-B, werd begin dit jaar overgebracht naar de Generaal C. J. Snijdershal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1985 | | pagina 4