omvatte vierverkenninsgroepen en een jachtgroep ten behoeve van het Veldleger, te weten de 1e Verken ningsgroep 1 eVerkGr)meteenC.X.,vierC.V.'nen vier FK-51's te Hilversum, de 2e Verkenningsgroep (lie VerkGrmet zeven C.V'n en vijf FK-51 's te Ypenburg, de 3e Verkenningsgroep 11Ie VerkGr) met negen C.V'n en vier FK-51 's te Ruigenhoek en de 4e Verken ningsgroep IVe VerkGrmet zes C.V'n en twee FK-51 's te Gilze Rijen. De jachtgroep waarvan de staf was gelegerd op het hulpvliegveld Ockenburg, bestond uit de 1e Jacht vliegtuig Afdeling l-V-2 LvRmet negen D.XXI's te Ypenburg en de 3e Jachtvliegtuig Afdeling 3-V-2 LvR) met elf Douglas 8A3N vliegtuigen eveneens te Ypenburg. In totaal werd beschikt over 124 operationele vliegtui gen waarvan 52 redelijk totzeer modern DXXI en G I De overige vliegtuigen waren sterk verouderd of niet voor de hun toebedeelde taak berekend. De Luftwaffe De 'Luftwaffe' beschikte daarentegen bij het uitbreken van de vijandelijkheden over ruim 5142 eerste-lijns- vliegtuigen waarvan er 3824 operationeel inzetbaar waren, te weten 501 verkenningsvliegtuigen; 342 duikbommenwerpers; 248 tweepersoons jachtvliegtuigen; 401 transportvliegtuigen; 1120 bommenwerpers; 42 duikbommenwerpers; 1016 éénpersoons jachtvliegtuigen; 154 marinevliegtuigen Van deze 3824 operationele vliegtuigen werden er ruim 1 000 tegen het Nederlandse territorium ingezet. Luchtlandingen werden uitgevoerd door de 7. Flieger Division valscherm-divisieen de22. Luftlande Infan terie Division, samen het Luftlande Korps vormend onder bevel van General Major K. Student die tevens commandant was van de 7. Flieger Division. Voor het overvliegen van deze eenheden werden 430 (401 plus reserve) transportvliegtuigen van het type Junkers Ju-52 gebruikt,verdeeld over twee 'Kampfge- schwader zur besonderen Verwendung'. De onde steuning werd verricht door de 'Angriffverbande' van GeneralMajor zu besonderen Verwendung R. Putzier. Het geheel was ondergebracht in de onder commando van General der Flieger A. Kesselring staande Luft- flotte 2. De strijd In de nacht van 9 op 10 mei, van 01.36 uur af, vlogen grote aantallen Duitse vliegtuigen tussen de Wadden eilanden en de zuidelijke grens van de provincie Over ijssel van oost naar west, richting Engeland zoals velen dachten. Boven de Noordzee, op gehoorafstand van de Nederlandse kust, maakten deze vliegtuigen echter een bocht van 180 graden en vlogen op zeer geringe hoogte aan op de vrijwel onbeschermde kust die zij om circa 04.00 uur passeerden om enkele ogenblik ken later de vliegparken Bergen, Schiphol, Valken burg, Ypenburg en Waalhaven aan te vallen, waart vooral Waalhaven zwaar werd gebombardeerd. Op het zelfde moment vielen jachtvliegtuigen de vlie^. parken Leeuwarden, Eelde, De Vlijt, De Mok, De Kooy, Soesterberg, Hilversum, Woensdrecht, Haamstede en Souburg aan. De gevolgen waren voor de belangrijkste onderdelen van 1 en 2 LvR catastrofaal. Op Waalhaven, waar de 3e JaVA was gestationeerd, werden van de elf gevechts- gerede G.l. vliegtuigen er tien uitgeschakeld, zodat deze afdeling ophield te bestaan. Bovendien geraakte het gehele veld vrij snel in handen van Duitse parachu tisten. Bij de 4e JaVA op Bergen wist één G.l te starten, de overige werden voor korte of langere tijd buiten ge vecht gesteld. De eveneens op dit vliegpark gestatio neerde tien C.X vliegtuigen van de StratVerVA bleven gespaard. Na geleden verliezen werden 1e en 2e JaVA de vol gende dag geconcentreerd op het hulpvliegveld van Buiksloot, vanwaar de acties werden voortgezet. D BomVA op Schiphol leed geen noemenswaardig, verliezen Op Ypenburg werden de 1 e en 3e Afdeling van de Jachtgroep Veldleger D.XXI en Douglas 8A3N binnen anderhalf uur volledig uitgeschakeld. Het vlieg- -V 1 Fokker D.XXI's van de 1 e JaVA op de Kooy Fokker C.X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1986 | | pagina 6